De timing van de Amerikaanse rondreis van minister van Justitie Koen Geens (CD&V) kon niet beter: eindelijk willen de VS ongrijpbare onlineberichten aanpakken. En dan gaat het - in tegenstelling tot in Europa - snel.
Van onze redacteur in de VS Matthias Verbergt
San FranciscoOp de negende verdieping van een ultramodern gebouw in het hart van de Amerikaanse hoofdstad stromen rond lunchtijd mannen en vrouwen in maatpak toe. Het blad met aanwezigen verraadt hun obediëntie: van overheidsinstellingen als de FBI of de US Department of Justice tot technologiereuzen als Facebook en Google. Op de agenda: 'De toegang tot data en internetcommunicatie in strafonderzoeken'. Speciale gast: 'The Belgian minister of Justice'.
Alle aanwezigen zijn het erover eens: als de Cloud Act erdoor komt, betekent dat een revolutie voor de uitwisseling van gegevens tussen de VS, de technologiebedrijven en andere landen. De wet neemt de privacybelemmeringen weg voor Amerikaanse techreuzen als Facebook, Apple en Google. Voortaan kunnen ze rechtstreeks gegevens van onlinecommunicatie doorgeven wanneer een land waarmee de VS een akkoord hebben, daar in het kader van een gerechtelijk onderzoek om vraagt (DS 15 februari).
'Ik ben enthousiast', spreekt Koen Geens de aanwezigen toe. De minister is ook de dagen erna zichtbaar in zijn element. Niet alleen omdat hij een zeldzame keer kan ontsnappen van onder de stolp van de Wetstraat, maar vooral omdat hij zich - al sinds de aanslag in Verviers - heeft voorgenomen om zich te profileren op het thema.
Zeker sinds de aanslagen in Brussel, een goed jaar later, speelt de Belgische regering een voortrekkersrol in Europa om vlotter toegang te krijgen tot internetcommunicatie tussen verdachten. Die strijd verloopt allerminst vlot. Landen als Ierland, Nederland en ook Duitsland, die minder met terreur geconfronteerd zijn en die vooral grote aanbieders van internetdiensten op hun grondgebied hebben, liggen dwars. Tegelijk werpt het Europees Parlement zich op als strenge privacywaakhond. 'Op Europees vlak is onze besluitvorming inzake veiligheid te traag', zegt Geens. 'In monetaire en financiële zaken hebben we wel al geleerd vlugger te zijn.'
Het is een ongemakkelijke waarheid die Geens in zijn gesprekken in de VS niet uit de weg gaat. In Washington ging hij de afgelopen week op de koffie bij zo goed als alle betrokken partners: van CIA-directeur Mike Pompeo, over de FBI, het National Counterterrorism Center en Homeland Security, tot minister van Justitie Jeff Sessions en zelfs de Drug Enforcement Administration (DEA).
In tegenstelling tot in Europa zit de kwestie in de VS wel in een stroomversnelling, stelde Geens vast. Deels wegens een hangende mijlpaalzaak voor het Amerikaanse Hooggerechtshof, dat zich moet uitspreken of Microsoft data die het had opgeslagen in Ierland moet delen met de Amerikaanse autoriteiten. Deze 'Cloud Act' slaat twee vliegen in één klap: ook de toegang van andere landen tot Amerikaanse data wordt vergemakkelijkt. 'De VS beseffen dat ze er alle belang bij hebben om terreur samen te bestrijden', zegt Geens. 'Op het vlak van veiligheid denken ze hier veel ruimer dan de doorsnee Europeaan. Een dreiging voor de wereld is een dreiging voor hen.'
Maatschappelijke rol
De wet wordt niet alleen gesteund door Republikeinse en Democratische senatoren, maar ook - nog belangrijker - door de technologiebedrijven zelf. 'Deze wetgeving is een belangrijke stap naar de verbetering en bescherming van individuele privacyrechten, de vermindering van internationale wetsconflicten en de beveiliging van ons allen', schreven Microsoft, Facebook, Google, Apple en Oath (het vroegere Yahoo en AOL) in een gezamenlijke brief.
Dat standpunt is een opvallende koerswijziging. In 2015 werd Yahoo door de Belgische rechter verplicht om gegevens te delen, iets wat de Amerikaanse e-mailprovider tot vandaag niet heeft gedaan. Nu de techbedrijven er zelf achter staan, is de kans op succes groot. 'Hun invloed op de parlementsleden is enorm', zegt Ron Johnson, de Republikeinse voorzitter van de Senaatscommissie Binnenlandse Veiligheid.
De bereidwilligheid van de technologiebedrijven is een zoveelste voorbeeld van hoe Facebook en co., na een jarenlange eenzijdige focus op groei en winst, zich bewuster worden van hun - soms kwalijke - maatschappelijke rol (DS 13 februari). Vorig jaar was daarin een keerpunt. Europa legde de bijna-monopolieposities van de bedrijven verder aan banden met monsterboetes, terwijl ze in de VS door het stof kropen voor hun rol in de vermeende Russische inmenging bij de Amerikaanse verkiezingen. 'De wereld voelt zich angstig en verdeeld, en Facebook heeft heel wat werk', schreef ceo Mark Zuckerberg vorige maand. 'Mijn persoonlijke uitdaging voor 2018 is om deze belangrijke kwesties aan te pakken.'
Concrete afspraken
De steun voor deze wet is daarin een belangrijke etappe. Een groeiende openheid, dat was de boodschap die Geens ook persoonlijk te horen kreeg in het Californische Silicon Valley, waar hij rond de tafel ging zitten met Facebook, Google, Apple en Microsoft. Opvallend: daar werd de Belgische minister niet ontvangen door de grote bazen, maar door gespecialiseerde juristen, met wie concrete afspraken gemaakt konden worden. Al is het voor de uitwerking wachten op de goedkeuring van de wet en een akkoord tussen de VS en België.
Helemaal stil zit Europa niet. Begin maart moet de Europese Commissie met een eigen voorstel over de kwestie komen. Maar: 'Ook hier zal het Europees Parlement last mee hebben', aldus Geens. 'Zoals in de kwestie van de passagiersregistratie is gebleken, is dat een handicap. Dat heb ik hier eens te meer gemerkt.'