​Whatsapp moet sneller data vrijgeven

op 15 februari 2018 08:11 De Standaard

Belgische speurders zullen binnenkort vlotter gegevens over verdachten kunnen krijgen van Amerikaanse technologiereuzen als Google en Facebook. De Cloud Act kan bedrijven aanporren om mee te werken.

Van onze redacteur in de VS Matthias Verbergt

WASHINGTON, D.CEen zestienjarig meisje dat tegen haar wil in het illegale Brusselse prostitutiecircuit terechtkwam, raakt zwanger. In een poging te ontsnappen aan haar pooiers, contacteert ze haar moeder. Maar voor de politie kan ingrijpen, wordt ze ontvoerd.

Speurders vinden beelden van de kidnapping terug op camera's in de buurt, maar verder zijn ze het spoor bijster. In een poging om te weten te komen met wie het meisje via haar smartphone in contact stond, richten de Belgische diensten een vraag tot de berichtendienst Whatsapp. Die weigert medewerking. Tot op vandaag is de jonge vrouw spoorloos.

Dit verhaal illustreert de frustratie bij politie- en justitiediensten rond het opvragen van gegevens in het kader van een onderzoek bij online communicatieplatformen, vaak eigendom van grote Amerikaanse technologiereuzen als Facebook (Whatsapp), Google, Apple of Microsoft.

Terwijl klassieke telefoongesprekken en sms'jes relatief eenvoudig te onderscheppen zijn, is communicatie via die diensten nog zo goed als ongrijpbaar. Zeker als de berichten versleuteld zijn, zoals bij Whatsapp. Ook het afluisteren van gesprekken via internetdiensten als FaceTime (Apple), Skype (Microsoft) en Viber kan in theorie, maar lukt in de praktijk haast nooit.

'We hollen achter de feiten aan', zegt een hoge magistraat bij het federale parket. 'We zitten op dat vlak zo'n beetje in het Wilde Westen.'

Geen lijn in te krijgen

De enige manier om snel toegang te krijgen tot de vaak geëncrypteerde data loopt via een verzoek aan de internetdienst zelf. Dat is steeds vaker nodig. Vorig jaar vroegen de Belgische instanties bijna vijfduizend keer de hulp van buitenlandse - vooral Amerikaanse - technologiebedrijven, bijna twee keer zo veel als in 2014 ( zie grafiek), of gemiddeld zo'n veertien keer per dag. En die cijfers zijn nog een onderschatting, omdat de diensten er vaak al vanuit gaan dat er op bepaalde vragen zelden een positief antwoord komt.

Bijna een derde van de vragen wordt afgewezen, en dat cijfer ligt nog een heel stuk hoger bij verzoeken voor toegang tot de inhoud zelf van de berichten. Vorig jaar kwam er van Microsoft op 62 procent van de verzoeken geen positieve reactie. 'Vaak is niet duidelijk waarom', klinkt het bij de Belgische diensten. 'Er zit geen lijn in.'

Desnoods via Justitie

In vele gevallen beroepen de Amerikaanse dienstenaanbieders zich - vaak terecht - op de strenge privacywetgeving in de VS. Die beteugelt het delen van gebruikersinformatie zeer streng, behalve in gevallen waar onmiddellijk gevaar dreigt. Zo is er een recent geval van een verdacht overlijden, waarbij er vanop de iPad van de overledene nog na zijn dood berichten gestuurd werden. Wellicht door de daders, om geen argwaan rond de verdwijning te wekken. Toen de berichtendienst gevraagd werd om de locatiegegevens van die berichten, werd dat geweigerd omdat er geen 'onmiddellijke dreiging' meer was. De persoon was immers al overleden. Ook in terreurdossiers stootten de Belgische diensten al vaak op het probleem. De enige andere oplossing is om via de Amerikaanse justitie te passeren, een omvangrijk en zeer strikt administratief proces dat vele maanden aansleept.

Microsoft-arrest

De bezorgdheid, die bij vele Europese landen leeft, doet de zaken nu ook in de VS bewegen. Vorige week dienden Republikeinse en Democratische senatoren samen een wetsvoorstel in dat onder meer de Amerikaanse technologiebedrijven gerust moet stellen. Zij vrezen dat ze in de VS zelf vervolgd kunnen worden als ze meewerken met buitenlandse verzoeken om informatie.

Het hoogste Amerikaanse gerechtshof moet zich binnenkort ook uitspreken over de vraag of Microsoft data die het buiten de VS heeft gestockeerd, moet delen met de Amerikaanse autoriteiten, een arrest met levensbelangrijke precedentswaarde. Het wetsvoorstel, dat gesteund wordt door alle grote technologiebedrijven, moet de lont uit dat kruitvat halen. Die zogenaamde Cloud Act zou niet alleen Amerikaanse technologiebedrijven verplichten om hun buitenlandse data met de eigen autoriteiten te delen. Er staan ook heel wat bepalingen in die komaf maken met de blokkeringsmechanismen die de internetreuzen bij informatieverzoeken van buitenlandse gerechtelijke instanties kunnen inroepen op basis van de privacywetten

Zodra de VS een akkoord hebben met een partnerland, en dat land voldoet aan de voorwaarden wat betreft de rechtsstaat en de mensenrechten, staat de Amerikaanse bedrijven niets in de weg om te antwoorden op rechtstreekse vragen van hun gerechtelijke instanties. Het Amerikaanse gerecht zal de samenwerking evenwel niet verplichten. Er is ook een uitzondering ingebouwd voor data van Amerikaanse burgers.

Geens optimistisch

Toch spreken Amerikaanse en Belgische specialisten van een keerpunt en een definitieve mentaliteitswijziging bij de Amerikanen. 'Dit voorstel komt tegemoet aan de groeiende en legitieme bezorgdheid bij buitenlandse regeringen om data van eigen burgers te kunnen inkijken', schrijft Jennifer Daskal, professor Veiligheidsrecht aan de American University. Wegens de brede steun en het hangende Microsoft-arrest, heeft de Cloud Act een goede kans om relatief snel wet te worden. Alleen enkele ngo's die werken rond privacy, zijn kritisch.

Ook de Amerikaanse minister van Justitie Jeff Sessions is gewonnen voor meer data-uitwisseling, zo liet hij verstaan in een gesprek met zijn Belgische evenknie Koen Geens (CD&V). Geens is deze week in Washington D.C. en ­Silicon Valley (Californië) op bezoek om de problematiek te bespreken.

Geens en de Belgische delegatie, met ook mensen van politie en parket, zijn enthousiast. 'De Cloud Act zou een enorme verbetering zijn', zegt Geens. 'De Amerikaanse bedrijven zouden geen reden meer hebben om niet mee te werken. En zelfs als de wet er toch niet zou door komen, hebben de Amerikanen ons beloofd om de juridische samenwerking te versnellen.'

Matthias Verbergt