Een nieuwe bemiddelingswet moet ertoe leiden dat minder geschillen voor de rechtbank worden uitgevochten. De wet zou tegen Pasen een feit moeten zijn.
Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) wil bemiddeling een volwaardige plaats geven in het recht. Het moet mensen ertoe aanzetten om op zoek te gaan naar een oplossing voor hun geschil onder begeleiding van een neutrale bemiddelaar. Dat is niet alleen goed voor de ontlasting van de rechtbanken maar ook voor de betrokken burger.
'Het gevoel dat mensen hebben als zij een rechtbank verlaten met een winnaar en een verliezer verschilt fundamenteel van het gevoel als zij na een bemiddeling met een compromis de zaal verlaten', zegt Geens. Bij bemiddeling is meer ruimte om de oorzaak van het onderliggende conflict te bespreken en het vertrouwen en de relaties te herstellen.
Het wetsontwerp over bemiddeling wordt vandaag in tweede lezing door de ministerraad goedgekeurd. Begin volgend jaar zal het behandeld worden in het parlement, om wellicht tegen Pasen ook effectief wet te zijn.
De buitengerechtelijke oplossing van geschillen zal met campagnes gepromoot worden en in een zo vroeg mogelijk stadium worden voorgesteld. 'De beslechting van een geschil door een rechtbank moet als vangnet dienen wanneer alle andere (minnelijke) oplossingstrajecten niet mogelijk zijn', zegt Geens. De rol van de rechter wordt in de nieuwe wetgeving verduidelijkt. Hij mag nooit zelf als bemiddelaar optreden, maar hij kan wel de partijen bevragen over de pogingen die zij vóór het geding ondernomen hebben om tot een minnelijke oplossing te komen. Om die reden kan hij eisen dat de partijen persoonlijk verschijnen.
Een rechter kan op vraag van één van de partijen de zaak schorsen of verdagen om hen de mogelijkheid te bieden na te gaan of een minnelijke oplossing kan. Hij kan ook ambtshalve een bemiddeling opleggen. Als de bemiddeling slaagt, worden de afspraken vastgelegd in een bemiddelingsovereenkomst. 'De bemiddeling blijft steeds vrijwillig. Alle partijen en de bemiddelaar kunnen te allen tijde het bemiddelingsproces stopzetten zonder enig nadeel', benadrukt Geens.
Daarnaast wordt een nieuwe vorm van minnelijke oplossing in de wet opgenomen: de collaboratieve onderhandeling. Daarbij staan advocaten hun cliënten actief bij en adviseren ze gedurende het onderhandelingsproces. Advocaten treden dus op als professionele onderhandelaars die buiten de tussenkomst van de rechtbank tot een oplossing komen. Slaagt de bemiddeling niet en wordt de zaak uiteindelijk toch voor de rechtbank gebracht, dan moet het een andere advocaat zijn die verdediging op zich neemt.
Ten slotte wordt een definitie van bemiddeling in de wet ingeschreven en het beroep van erkende bemiddelaar beschermd. Bemiddelaars zullen moeten slagen in een nieuw bekwaamheidsexamen en een bekwaamheidsproef.
PETRA DE ROUCK