Justitie zet opnieuw een belangrijke stap in de modernisering van het burgerlijk recht. Minister Koen Geens stelde samen met Sonja Becq (CD&V), Sarah Smeyers (N-VA), Carina Van Cauter (Open VLD) en Philippe Goffin (MR), leden van de Kamercommissie Justitie, een hervorming van het huwelijksvermogensrecht voor. Verlies of scheiden doet al voldoende lijden. Daarom zijn duidelijke regels nodig om de mensen te beschermen voor onverwachte situaties in de toekomst wanneer het huwelijk tot een einde komt.
De regering gaat vandaag akkoord met deze hervorming en het concrete wetsvoorstel wordt ingediend in de Kamercommissie Justitie. Vanaf 1 september 2018 zullen mensen meer duidelijkheid krijgen, wat voor meer rechtszekerheid zorgt. De vrijheid die mensen nu al hadden, blijft behouden.
Wanneer mensen trouwen kunnen ze kiezen voor volgende drie opties om het vermogen al dan niet te delen:
1. Wanneer je met je partner huwt zonder huwelijkscontract, kom je automatisch terecht in het ‘wettelijk stelsel’. Ieder behoudt het eigen vermogen dat men reeds zelf opbouwde voor het huwelijk alsook de gekregen schenkingen en erfenissen. Beroepsinkomsten en andere inkomsten komen terecht in een gemeenschappelijke pot.
2. Via een notaris kan je afstappen van de wettelijke regeling en kiezen voor een ‘gemeenschap met huwelijkscontract’. In deze optie wordt de gemeenschappelijke pot vergroot.
3. Of men kiest net voor de regeling ‘scheiding van goederen’ waarbij men de twee eigen vermogens behoudt zonder gemeenschappelijke pot.
De hervorming van het huwelijksvermogensrecht biedt nog steeds de vrijheid om te bepalen of ze gaan voor een grotere vorm van solidariteit dan wel voor meer autonomie over het eigen vermogen. We zorgen voor meer rechtvaardigheid en een beter evenwicht tussen beroepsuitoefening en solidariteit.
Wat zal er veranderen?
1. Wettelijke stelsel
Voor bepaalde goederen is het vandaag onduidelijk of ze behoren tot het eigen vermogen of het gemeenschappelijk vermogen. En dat leidt helaas soms tot problemen. De hervorming biedt daarom meer duidelijkheid.
- Individuele levensverzekeringen De hervormde wet biedt een genuanceerde wettelijke regeling die rekening houdt met alle mogelijke situaties: uitkering tijdens het huwelijk, ontbinding huwelijk door scheiding en ontbinding huwelijk door overlijden.
- Schade- en arbeidsongevallenvergoedingen Deze vergoedingen vallen in het huidige recht volledig onder het eigen vermogen, zelfs indien de schadevergoeding de arbeidsongeschiktheid dekt. De hervorming zorgt voor een onderscheid tussen schadevergoeding wegens persoonlijke ongeschiktheid (eigen vermogen) en huishoudelijke of economische ongeschiktheid (gemeenschappelijk vermogen). Bijvoorbeeld: een arbeider krijgt een ongeval waardoor hij arbeidsongeschikt wordt. De man krijgt een schadevergoeding ter vervanging van zijn beroepsinkomsten. Die schadevergoeding gaat naar het gemeenschappelijk vermogen. En niet meer het eigen vermogen.
- Beroepsgoederen, aandelen en cliënteel Momenteel zijn beroepsgoederen eigen mits vergoeding. Dit is problematisch, omdat de beroepsactieve echtgenoot in geval van scheiding of overlijden een vergoeding moet betalen voor de aankoopprijs van de beroepsgoederen die hij heeft verworven met gemeenschapsgelden. Dat terwijl sommige van die goederen bij scheiding of overlijden weinig of niets meer waard zijn. Een tweede problematisch aspect zijn aandelen. In het huidige recht is het namelijk mogelijk om beroepsinkomsten niet met de echtgenoot te delen door ze in een vennootschap te steken.
De hervorming biedt een oplossing voor beide zaken door een onderscheid te maken tussen eigendomsrecht en vermogenswaarde. Recht is steeds eigen, maar economische waarde gerealiseerd tijdens het huwelijk is gemeenschappelijk. Bijvoorbeeld: een tandarts kocht twintig jaar geleden bij opstart van zijn praktijk een tandartsstoel met gemeenschapsgelden. In het huidige recht behoort dit bij scheiding of overlijden tot het eigen vermogen, maar is men de ander wel een vergoeding verschuldigd (gelijk aan de aankoopwaarde van de stoel). In het hervormde recht blijft de tandarts het recht hebben over de stoel, maar de vermogenswaarde van de stoel zal tijdens het huwelijk wel gemeenschappelijk zijn. Gevolg: bij overlijden of scheiding krijgt de beroepsactieve echtgenoot de stoel en wordt de stoel aangerekend in het gemeenschappelijk vermogen aan de waarde bij ontbinding. Dat geldt ook voor aandelen. De persoon die de beroepsinkomsten voor zichzelf houdt in een vennootschap is bovendien voortaan een vergoeding verschuldigd aan de echtgenoot.
2. Gemeenschap met huwelijkscontract (conventioneel gemeenschapsstelsel)
Mensen die ongehuwd samenwonen en een onroerend goed kopen, konden dit voorhuwelijks goed reeds inbrengen in het gemeenschappelijk vermogen. Wanneer men in het huwelijksbootje stapt, kan men naar de notaris gaan en een huwelijkscontract afsluiten tegen betaling.
Het nieuwe huwelijksvermogensrecht geeft de mogelijkheid aan samenwoners om al in de aankoopakte van het onroerend goed een ‘anticipatieve inbreng’ te doen, voor het geval men later ooit zou huwen. Op die manier moet men maar één keer naar de notaris gaan, en dus ook één keer notariskosten betalen. Dat bespaart dus niet enkel tijd, maar ook een pak geld.
3. Scheiding van goederen
Bij een ‘scheiding van goederen’ heeft elke echtgenoot alleen een eigen vermogen en is er geen gemeenschappelijk vermogen. De regeling van scheiding van goederen wordt onder meer gebruikt bij ondernemers om bijvoorbeeld de andere partner te beschermen tegen beroepsschuldeisers indien er iets misloopt. Deze regeling kan echter ook problemen veroorzaken. Bijvoorbeeld in het geval dat de ene echtgenoot veel minder verdient dan de andere en/of zijn of haar carrière opzij zet om voor het gezin te zorgen. Bij de beëindiging van het huwelijk kan die echtgenoot immers met zo goed als lege handen achterblijven. Want hij of zij heeft nooit gedeeld in de inkomsten van de andere echtgenoot tijdens het huwelijk. Het leidt dan ook tot oneerlijke situaties en binnen dit stelsel is het logisch dat er een bepaalde bescherming ingebouwd wordt om niemand in de armoede te duwen.
In de hervorming stellen we daarom voor om bij de scheiding van goederen twee opties aan te bieden voor meer solidariteit tussen de gehuwden.
- Verrekening van aanwinsten: bij de opmaak van het huwelijkscontract spreken de partners af hoeveel procent de andere kan krijgen in geval van ontbinding van het huwelijk. Op deze manier delen de echtgenoten toch in de beroepsinkomsten van de andere echtgenoot tijdens het huwelijk. Dit is nog steeds een scheiding van goederen (twee eigen vermogens, geen gemeenschap) maar bij ontbinding van het huwelijk zal de economisch sterkere echtgenoot een geldsom betalen aan de economisch zwakkere echtgenoot. Deze regeling zorgt voor een mooi evenwicht tussen autonomie en solidariteit tussen de gehuwden.
- Rechterlijke billijkheidscorrectie: in geval van een oneerlijke situatie kan deze correctie als ‘vangnet’ dienen voor de echtgenoot die in het nadeel is. Bijvoorbeeld: een man heeft zijn carrière opzijgezet en is huisvader geworden om voor de kinderen te zorgen terwijl de vrouw als zelfstandige de alleenverdiener is. De huisvader heeft een chronische ziekte die kosten met zich meebrengt. Bij een scheiding valt de huisvader zonder inkomsten. Hij kan de rechter vragen om alsnog een deel van de inkomsten (maximaal 1/3) van zijn ex-partner te ontvangen. Dit deel wordt via huwelijkscontract vastgelegd.
De notaris wordt steeds verplicht om de betrokkenen te informeren over de mogelijkheden binnen de regeling van de scheiding van goederen zoals hierboven vermeld. Indien hij dit nalaat, is de notaris aansprakelijk. De informatieplicht zorgt er bovendien voor dat de mensen bewust zullen nadenken bij de opmaak van hun huwelijkscontract. Belangrijk om eventuele problemen in de toekomst te vermijden.
Om de mensen ook na het overlijden van hun partner de nodige bescherming te bieden, stelt het hervormde huwelijksvermogensrecht ook een aantal solidaire maatregelen voor over de verdeling van de erfenis en het erfrecht van de langstlevende echtgenoot. Zeer verre familieleden zullen niet plots kunnen opstaan om nog een aandeel in de erfenis te claimen.
Minister van Justitie Koen Geens: “Mensen weten vaak niet welke mogelijkheden ze hebben wanneer ze in het huwelijk stappen. Bij een overlijden of een scheiding komt men dan voor verrassingen te staan. In deze hervormingen focussen we, net zoals in het nieuwe erfrecht, op de solidariteit van de partners en bieden we de nodige garanties, zonder koppels tot keuzes te verplichten. Het huwelijk moet een feest blijven met oog voor elkaar.”
Sonja Becq, parlementslid CD&V: “Uit cijfers blijkt dat koppels vaak kiezen om de onderlinge solidariteit te versterken, ook op financieel vlak. De nieuwe wet versterkt dit principe. Wie omwille van een zelfstandige activiteit kiest voor het stelsel van scheiding van goederen, krijgt de optie om meer solidariteit in te bouwen. Op deze manier kunnen de partners er toch voor kiezen om van de zogenaamd ‘koude uitsluiting’ toch een ‘warme omhelzing’ te maken.”
Sarah Smeyers (N-VA) : «Deze hervorming komt tegemoet aan de noden van een modern huwelijk en biedt meer keuzevrijheid aan huwelijksstelsels. Bovendien worden er ook nieuwe mogelijkheden ingevoerd voor een correctere verdeling bij een eventuele scheiding. Ons wetsvoorstel sluit aan op het onlangs door dezelfde meerderheid hervormde erfrecht. De combinatie van deze wijzigingen moet mensen in alle fases van hun leven flexibiliteit geven om naar eigen wens over hun vermogens te beslissen. »
Carina Van Cauter (Open VLD): «Net zoals bij de hervorming van het erfrecht, moderniseren we nu de regels van de huwelijksstelsels. Zo zal je bij een scheiding niet langer je opzegvergoeding moeten delen met je ex-partner en blijft een schadevergoeding voor arbeidsongeschiktheid aan jezelf toebehoren. Ondernemers worden beter beschermd: zo zal je bij echtscheiding niet langer de aankoopwaarde van beroepsgoederen aan je ex-partner moeten betalen, maar de reële restwaarde. »
Philippe Goffin (MR): «Net zoals koppels en families evolueren past het recht zich aan : we bieden meer flexibiliteit en bescherming aan echtgenoten. Zij krijgen de vrijheid om het stelsel te kiezen dat bij de eigen noden past. En tegelijkertijd kunnen ze profiteren van een betere bescherming om en de eigen rechten doen gelden. Dit is een duidelijk signaal, de wetgever houdt rekening met maatschappelijke veranderingen.»