Minister van Justitie Koen Geens en Staatssecretaris voor Gelijke Kansen Zuhal Demir blijven strijden voor een tolerante samenleving met gelijke rechten voor iedereen. Tien jaar na de invoering van de anti-discriminatiewetten gaan de Minister en de Staatssecretaris aan de slag met de recent geformuleerde aanbevelingen van de expertengroep. Er wordt ingezet op een daling van het aantal seponeringen, een betere toegang tot justitie en op empirisch onderzoek
Een groot aantal aanbevelingen van de experten gaan over de toegang tot Justitie in burgerlijke zaken. Die vlotte en betaalbare toegang tot Justitie is ook voor minister Geens een grote bekommernis. Zo wordt er gewerkt aan een rechtsbijstandsverzekering. Mensen die boven de inkomensgrens zitten voor (gedeeltelijk) gratis tweedelijnsbijstand zouden met die verzekering toch een betaalbare toegang krijgen tot Justitie. Verder zullen de rolrechten enkel nog aan het einde van de procedure aangerekend worden aan de verliezende partij. Wie denkt zijn gelijk te kunnen halen en daarvoor een procedure wenst op te starten, moet deze kosten niet meer voorschieten.
Maar het gaat uiteraard niet op om de toegang tot Justitie betaalbaar en vlot te maken als de klachten niet worden doorverwezen naar de rechtbank. Het aantal seponeringen moet dan ook dalen. Uit statistieken van de parketten in ons land leren we dat in 2016 in totaal 4.517 zaken wegens discriminatie, racisme, xenofobie, etc. werden ingeleid bij de correctionele parketten. 3.421 van die zaken werden geseponeerd, waaronder 1.107 om ‘opportuniteitsredenen’. Onder die redenen vallen onder andere 'beperkte maatschappelijke weerslag', 'toevallige omstandigheden’ of ‘geweld in de relationele sfeer'. Dit cijfer is te hoog, gelet op het belang van de problematiek. Dat besefte ook het College van Procureurs-generaal. Daarom hebben zij op 19 oktober beslist de parketten te verzoeken om niet meer te seponeren om opportuniteitsredenen, zonder op zijn minst te wijzen op de van kracht zijnde gedragsregels.
Staatssecretaris Demir haalt het belang aan van een aanvullend empirisch onderzoek over de toepasbaarheid van de antidiscriminatiewetten. De wetten bestaan ondertussen 10 jaar, maar welk effect hebben ze eigenlijk op de burgers en de maatschappij? We moeten onderzoeken of de antidiscriminatiewetten in hun huidige vorm voldoende kenbaar, toegankelijk en doeltreffend zijn voor de burgers. Ook moet getoetst worden hoe de effectiviteit en de doeltreffendheid van de wetten eventueel kan worden verbeterd. Deze manier van wetsevaluatie wordt reeds in andere landen, zoals in Nederland, courant toegepast en is een aanvullende meerwaarde op de huidige evaluatie uitgevoerd door de expertencommissie.
Minister Geens en Staatssecretaris Demir maken ook werk van de oprichting van een nationaal instituut voor de mensenrechten. In 2018 zal het fundament worden gelegd voor een dergelijk onafhankelijk nationaal mensenrechteninstituut. Er waren reeds verschillende constructieve gesprekken tussen de beleidscellen van Justitie en Gelijke Kansen. De vaste intentie bestaat om deze legislatuur tot een resultaat te komen. Uiteraard zullen zowel de betrokken instanties als het middenveld hierbij betrokken worden.
De Regering heeft ondertussen ook beslist om de Cel Gelijke Kansen vanaf 1 januari 2018 over te hevelen naar Justitie. Daar zal de cel ondergebracht worden bij de Directie Fundamentele Rechten en Vrijheden. De cel zal met haar expertise en kennis een goede aanvulling zijn op het vlak van mensenrechten en internationale onderhandelingen waar Justitie nu al een belangrijke rol speelt. Tegelijkertijd kan de cel vanuit deze positie meewerken aan een volwaardig gelijke kansenbeleid gezien zij onder de verantwoordelijkheid blijft van de Staatssecretaris voor Gelijke kansen.
Minister Geens: “Het aanpakken discriminatie is een belangrijke prioriteit voor de federale regering. Een vlotte toegang tot Justitie en een gedegen opvolging van klachten voor verschillende haatmisdrijven is een grote bekommernis. We maken dan ook werk om de toegang tot Justitie betaalbaar maken en het aantal seponeringen terug te dringen.” Staatssecretaris Demir: “Het feit dat deze evaluatie eindelijk gebeurd is, is zeer positief, want de antidiscriminatiewetten in al hun facetten raken tenslotte aan ieder van ons. Maar er is nog werk aan de winkel, via empirisch onderzoek willen we nagaan wat het effect van deze wetten is op de burgers en de maatschappij.”
Staatssecretaris Demir: “Het feit dat deze evaluatie eindelijk gebeurd is, is zeer positief, want de antidiscriminatiewetten in al hun facetten raken tenslotte aan ieder van ons. Maar er is nog werk aan de winkel, via empirisch onderzoek willen we nagaan wat het effect van deze wetten is op de burgers en de maatschappij.”