Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik ben eigenlijk blij dat wij de kans hebben om over een zo delicaat probleem op een belangrijk moment in de week eens van gedachten te wisselen, want het is niet zo gemakkelijk om daarvoor de aandacht van de publieke opinie te krijgen, behalve tijdens een gevangenisstaking of op ogenblikken waarop ministers wereldvreemde voorstellen zouden lanceren.
Laat mij eerst en vooral zeggen dat het probleem van de overbevolking in onze gevangenissen niet van gisteren dateert. Op dat vlak werden wij bij herhaling en worden wij nog steeds veroordeeld door nationale en internationale rechters. Dat een minister van Justitie trouw regeerakkoorden uitvoert op het moment dat men zegt dat Tilburg gesloten moet worden en dat daarmee 35 miljoen voor ons budget bespaard mag worden; wanneer een burgemeester van Vorst zegt dat de helft van zijn gevangenis dringend gesloten moet worden en als dat niet gebeurt, hij dat zelf zal doen, dat een minister van Justitie dan trouw probeert om op een zeer coöperatieve en dagelijks operationele manier die zaken allemaal mee waar te maken; dat een minister van Justitie tot zijn spijt moet vaststellen
dat iedereen beter weet wat er met Uplace, Oosterweel en Ghelamco gebeurt dan wat er met Haren of Dendermonde gebeurt; dat dus pas wanneer een minister van Justitie kan antwoorden op vragen van een journalist over wat er nu gebeurt met het gevangenisprotocol en die tienduizend gevangenen, het idee van de experts geroemd wordt, en hij daarnaar verwijst in zijn antwoord; wat zou dat nu kunnen betekenen? Zullen wij nu verkrachters vrijlaten en barabassen in ruil voor een of andere pedofiel?
Dames en heren, denkt u nu echt dat uw minister van Justitie, met het soort perscommuniqués dat daarover verspreid wordt, in staat is tot zoveel waanzin, denkt u dat nu echt? Meent u nu echt dat ik al tweeënhalf jaar mijn nestel afdraai om met dit soort goedkope
communiqués om de oren geslagen te worden, of zij nu van links komen of van rechts? Neen!
Maar, er is een pijnlijke realiteit. Ik geef u enkele cijfers van arresthuizen die ik geregeld bezoek.
Antwerpen: 620 mensen voor 365 plaatsen, Sint- Gillis: 830 mensen voor 579 plaatsen, Lantin: 864
mensen voor 618 plaatsen, en Dendermonde, waar wij al 10 jaar wachten: 250 mensen voor 159 plaatsen.
Ondertussen werken collega De Block en ik zeer hard aan de instellingen voor geïnterneerden. Er worden 182 plaatsen beschikbaar op 29 juni. Collega Jambon zou in de bloemen delen, mocht hij er zijn. Ondertussen werken collega Francken en ik zeer hard aan een repatriëringbeleid. Wij doen het onmogelijke om het aantal buitenlandse gevangenen dat ongeveer 12 000 bedroeg, terug te brengen tot 10 800. Ja, ik heb, en u zult dit niet terugvinden in het protocol met de gevangenisvakbonden, gezegd dat 10 000 misschien een streefbaar cijfer was. Ik heb dat overigens in mijn eerste Justitieplan gezegd.
Onze huidige capaciteit is echter wat zij is. Mocht ik kunnen toveren, stond er morgen nieuwe gevangenissen in Aalst, in Paifve, in Waver, in Haren en Dendermonde. Maar u weet welke wettelijke en praktische bezwaren in de weg staan. Of moet ik ze u opsommen?
Moet ik u opsommen welke besturen allemaal menen zich te moeten mengen in de beslissing een gevangenis te bouwen? Moet ik u opsommen welke bewoners allemaal menen naar de Raad van Staat te moeten stappen omdat zij in hun buurt een gevangenis moeten tolereren? Oké, ik hou het bondig. Ik sluit mijn betoog af.
Mijnheer de voorzitter, ik ken geen instelling in dit land, geen jeugdinstelling, geen gesloten instelling voor vreemdelingen, geen enkele instelling waar mensen gedwongen opgenomen worden, waar geen numerus clausus bestaat. Ik ken er geen.
Ik weet welke verschrikkelijke problemen dit tot nu toe gecreëerd heeft in zulke instellingen.
Je sais très bien que cela crée des problèmes et je ne plaide donc pas pour. J'essaie seulement de solliciter votre aide et votre conscience. Monsieur le président, je vous demande encore une minute car c'est un problème qui me tient vraiment à coeur et je suis heureux de pouvoir en parler aujourd'hui. Si nous ne résolvons pas le problème ensemble, il ne sera jamais résolu.
Pour ce qui concerne la détention préventive, ça m'étonne que des juges d'instruction disent que le
siège ne fait pas son boulot. Het verwondert mij dat onderzoeksrechters verklaren dat de zetel zijn werk niet doet. De voorlopige hechtenis bestaat niet om personen te straffen. Ze bestaat voor de openbare veiligheid en om alle redenen die u hebt genoemd. Ik zeg
nogmaals, wanneer ik de reactie van de onderzoeksrechter zie dat de straffen moeten worden uitgevoerd, daarvoor dient de voorlopige
hechtenis niet.
Mevrouw De Wit, ik heb de tekst gelezen. Mag ik er u op wijzen dat er grote ressorten zijn waarin één enkelband wordt gebruikt, om personen in voorlopige hechtenis te nemen? Er zijn, anderzijds, ressorten waarin 100 tot 200 personen een enkelband krijgen.
Voorlopige hechtenis is geen absolute waarheid. Kunnen wij daarover akkoord gaan? Wat heb ik mij veroorloofd? Ik heb opgemerkt dat,
indien die experts dromen van een systeem waarin morgen de onderzoeksrechter de rechter van de vrijheden wordt en de parketmagistraat het onderzoek leidt, en indien de onderzoeksrechter daarbij de maximumtermijn vastlegt, de parketmagistraat dan misschien eens kan nadenken of wel iedereen die daar zit, absoluut in voorlopige hechtenis in de gevangenis moet zitten.
Hij kan zich dan afvragen of het absoluut noodzakelijk is dat in bepaalde ressorten geen enkelbanden worden uitgereikt alsook of elke
persoon die een misdrijf heeft begaan, noodzakelijkerwijze in afwachting in de gevangenis moet zitten.
Dat is het enige wat ik heb opgemerkt.
Ik ben daar geen voorstander van. Ik wijs er u alleen en ook de onderzoeksrechters en onze parketten op dat het de bedoeling is dat de
betrokkenen zo snel mogelijk worden berecht. Negentig procent van de misdrijven is bewezen en is via een bekentenis bewezen.
Indien zij snel worden berecht, is een voorlopige langdurige hechtenis niet nodig. Mijnheer de voorzitter, ik heb plaats nodig, om die
personen een menswaardige behandeling te geven.
Ik ben dus geen voorstander. Ik verwijs ernaar.
Collega’s, ik wil enkel bedoelen dat een dergelijke situatie niet kan blijven duren. Ik vecht elke dag.
Mijnheer de voorzitter, ik dank u voor uw geduld.