Kinderen die in een rechtszaak gehoord moeten worden, krijgen een oproepingsbrief om hen te informeren. Omdat die oproepingsbrief niet aangepast is aan de doelgroep komt minister van Justitie Koen Geens nu met een brief op maat van minderjarigen.
In de brief, die opgesteld is in samenwerking met de kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen en de werkgroep familierechtbank, spreekt de bevoegde griffie de minderjarigen aan op een eenvoudige en verstaanbare manier. Er wordt uitgelegd wat er van hem of haar verwacht wordt en wat de bedoeling is van het gesprek, steeds rekening houdend met het verhaal en de mening van de minderjarige.
Verder staat verduidelijkt dat het gesprek niet verplicht is en de minderjarigen het verslag van het gesprek mag nalezen en eventueel bepaalde zaken mag schrappen.
De brief werd afgetoetst en goedgekeurd door jongeren. Het Kinderrechtencommissariaat deed voor deze oefening een beroep op Vormen vzw. Zij ondervroegen 22 Vlaamse jongeren. De feedback van de jongeren stelde de werkgroep in staat om een voor kinderen en jongeren begrijpbare versie van op te stellen. In 2016 werden 3.953 minderjarigen in Vlaanderen opgeroepen.
Het Koninklijk besluit zal op 1 juni 2017 in werking treden. In dit KB zit ook een informatiebrief naar de ouders of voogd van de minderjarigen.
Koen Geens: “Het is niet makkelijk om als minderjarige te getuigen in een rechtszaak. Om hen voldoende informatie te geven en te begeleiden voor en na het gesprek hebben we geprobeerd een brief op te stellen die voor iedereen verstaanbaar is. De minderjarige heeft steeds de keuze om niet in de gaan op het gesprek en kan ook bijkomend meer uitleg vragen aan de griffie. Justitie moet dicht bij de mensen staan. Informatie op maat van de betrokkene helpt daarbij.”
Oproepingsbrief: http://bit.ly/2rk1OHs