Er is een nieuw Belgisch erfrecht in de maak. Het doel is dat de erflater meer beschikkingsvrijheid krijgt en dat er minder conflicten uitbarsten na een overlijden. “Bemiddeling is het nieuwe Esperanto.”
“Vaak barst na een overlijden een vulkaan aan emoties uit. Zaken die bij leven niet werden gezegd om de lieve vrede in de familie te bewaren, komen dan plots wel naar boven”, zegt Alain Laurent Verbeke, hoogleraar familiaal vermogensrecht aan de KU Leuven. Hij is sinds tien jaar professor aan Harvard Law School en is als advocaat van Greenille by Laga gespecialiseerd in de begeleiding van vermogende families bij geschillen over het familiebedrijf, echtscheiding en erfenis.
“Ik pleit ervoor families samen te brengen voor het overlijden van de erflater”, zegt Verbeke. “Als je het gesprek over de verdeling van het familievermogen kunt vervroegen en als met empathie wordt geluisterd, kun je meningsverschillen uitpraten en zorgen dat er geen geschil van komt. Het geheim van harmonie is de manier waarop je met conflicten omgaat. Als je meningsverschillen open en positief aanpakt, vind je een oplossing die iedereen steunt en kun je het geschil voor zijn.”
Verbeke vindt het in principe een goede zaak dat na de geplande hervorming van de erfwet wellicht een pact kan worden afgesloten, waardoor leden van de familie een deel van hun erfenisrechten kunnen afstaan aan anderen. “Als je een juridisch bindende overeenkomst kunt afsluiten, word je aangemoedigd om het gesprek aan te gaan”, zegt hij. Er zijn verschillende situaties denkbaar waarin zo’n akkoord voor gemoedsrust kan zorgen. Zo kan het gebeuren dat ouders meer willen doen voor een gehandicapt of een behoeftig kind. Sommige ouders willen dat aandelen in het familiebedrijf enkel naar de kinderen gaan die betrokken zijn bij de onderneming.
Er kunnen ook redenen zijn waarom de ouders vinden dat de gezinswoning naar een bepaald kind moet gaan. “Ouders leveren vaak allerlei hand- en spandiensten voor kinderen die om de hoek wonen. Die kunnen ze niet leveren aan een kind dat veraf woont”, stelt Verbeke. “We zien grootouders die kleinkinderen van school halen, babysit en taxi spelen, in de tuin werken, enzovoort. In sommige landen kun je zulke diensten onder bepaalde voorwaarden meerekenen voor de gelijkheid tussen de kinderen bij een erfenis. In België gaan we die richting niet uit. Als ouders een kind een som geld schenken ter compensatie van alle dienstverlening die ze aan een ander kind hebben gegeven, leidt dat vandaag niet tot gelijkheid in de ogen van de erfwet. Volgens het wetsvoorstel zou je daar in zo’n familiepact wel bindende afspraken over kunnen maken.”
Het familiepact
Wat er ook van zij: alle kinderen moeten met een alternatieve verdeling van het vermogen akkoord gaan, want zij moeten hun handtekening zetten onder het pact. Zodra ze dat hebben gedaan, kunnen ze het pact niet meer aanvechten. Verbeke: “Ik vind dat er te weinig waarborgen in het wetsvoorstel staan om ervoor te zorgen dat iedereen begrijpt wat de gevolgen zijn. Stel dat een vader de familie bij elkaar roept op het moment dat hij met pensioen gaat. Het kan dan nog twintig jaar duren voor de erfenis openvalt. Je persoonlijke situatie kan veranderen, de band met je broers of zussen kan veranderen. Kun je wel inschatten wat de gevolgen op de lange termijn zijn?”
In het huidige voorstel is er een tussenkomst van een notaris nodig, moeten alle betrokken partijen het ontwerp van de overeenkomst een maand voor de ondertekening ontvangen en kunnen betrokkenen een privégesprek met de notaris vragen of een beroep doen op een advocaat. Voor Verbeke had die termijn langer mogen zijn en de rol van de notaris groter.
De rol van de notaris
“Het is misschien niet zo vanzelfsprekend een apart gesprek met de notaris te vragen of een advocaat in te schakelen als er een lichte druk van de rest van de familie is”, waarschuwt Verbeke. “Ik vind dat zo’n vertrouwelijk persoonlijk gesprek met de notaris verplicht zou moeten zijn. De notaris zou ervoor moeten zorgen dat alle familieleden beseffen wat de gevolgen zijn en hij zou moeten nagaan of ze in hun eigen woorden kunnen vertellen wat in die overeenkomst staat. Het gaat vaak om erg ingewikkelde teksten: in een familiepact moeten alle vroegere en huidige schenkingen en voordelen worden vermeld en er moet een ‘subjectief evenwicht’ zijn.”
Voor Verbeke moet de wetgever meer inzetten op de dialoog tussen ouders en kinderen. “Zonder open communicatie is zo’n familiepact nog geen garantie voor familiale harmonie. En daar is het mij toch allemaal om te doen. Als er een discussie is, kunnen ook altijd bemiddelaars worden ingeschakeld. Bemiddeling is het nieuwe Esperanto, de nieuwe taal om met elkaar te spreken. Ik merk in de praktijk dat zelfs in de beste families het moeilijk is om transparant en eerlijk met elkaar te praten. Het vereist een open geest en mensen moeten zich kwetsbaar durven op te stellen.”
Bemiddeling
Dirk Slootmans, bemiddelaar en partner bij Pareto Group, verwacht dat er meer vraag komt naar bemiddeling in erfeniskwesties, zodra het mogelijk is een juridisch bindend familiepact af te sluiten. “Wij krijgen allerhande vragen over erfenissen. Na een overlijden vragen mensen zich bijvoorbeeld af wie recht heeft op een deel van de erfenis. Kan mijn halfbroer uit een vorig huwelijk ergens aanspraak op maken? Mijn ouders hebben al twintig jaar geen contact meer gehad met mijn zus, erft zij evenveel als ik? En wat met schenkingen die in het verleden gebeurd zijn? Voor zulke vragen verwijzen wij de mensen door naar advocaten uit hun regio. Het is pas als er geschillen ontstaan dat wij eraan te pas komen.”
Pareto Group ontstond tien jaar geleden en specialiseerde zich in bemiddeling in echtscheidingen. Er werken 23 mensen voor de groep. Slootmans: “Sinds tien maanden bieden we in Vlaanderen ook bemiddeling in erfeniskwesties aan, en we zijn aan het opstarten in Wallonië. De Belgen hebben nog niet echt de gewoonte een beroep te doen op bemiddeling bij erfenissen. Bij echtscheidingen is dat de laatste jaren wel goed ingeburgerd. De cases die we tot nu toe hadden, betroffen vooral verzoeningspogingen tussen kinderen van een overleden ouder die elkaar soms heel lang niet meer hadden gezien. De geschillen gaan dan over wie wat krijgt: bijvoorbeeld wie krijgt de gezinswoning en wie het opbrengstappartement? Een ander veel voorkomend twistpunt zijn compensaties die een kind dat voor de ouder heeft gezorgd, zich heeft toegekend tijdens het leven van de ouder of compensaties die dat kind na het overlijden wil.”
De wettelijke reserve
De belangrijkste wijzigingen van de erfwet draaien rond de wettelijke reserve. In ons land heeft elk kind recht op een deel van de erfenis van zijn ouders: de wettelijke reserve. Als de ouders die reserve niet hebben gerespecteerd, door schenkingen of door een wilsbeschikking, kunnen benadeelde kinderen na het overlijden van ouders hun wettelijke erfdeel alsnog opeisen. Bij gezinnen met één kind bedraagt de wettelijke reserve voor de kinderen de helft. Bij gezinnen met twee kinderen heeft elk kind recht op een derde, in totaal is dus twee derde van de erfenis voorbehouden voor de kinderen. Bij gezinnen met drie kinderen of meer is die wettelijke reserve drie vierde.
In het nieuwe erfrecht wordt die wettelijke reserve beperkt tot de helft, ongeacht het aantal kinderen. Voor gezinnen met één kind verandert er niets. Ouders met meerdere kinderen kunnen in de toekomst over een groter deel van hun vermogen beslissen, want het zogenoemde beschikbare deel bedraagt dan de helft.
“In landen zoals de Verenigde Staten bestaat er geen wettelijke reserve voor de kinderen”, weet Verbeke. “Maar in ons land ligt de afschaffing van die reserve gevoelig. Je kunt ook geen kind onterven met wie je bijvoorbeeld al twintig jaar geen contact meer hebt. Ik heb nog voorgesteld een ouder de mogelijkheid te bieden de wettelijke reserve van een ‘stout’ kind te halveren, zoals in Oostenrijk kan, maar daarvoor is geen draagvlak in België.”
De wettelijke reserve voor ouders wordt wel afgeschaft. “We zijn het laatste land in Europa waar er een wettelijke reserve voor de ouders bestaat na het overlijden van een kind dat zelf geen kinderen heeft”, stelt Verbeke. De wettelijke reserve bedraagt per ouder een vierde van de erfenis en wordt vervangen door een onderhoudsvordering die maximaal een vierde van de erfenis kan bedragen. Als de ouders behoeftig zijn, moet in de nalatenschap in iets worden voorzien voor de ouders.
Roerende en onroerende goederen
Nog twee andere wijzigingen hebben een invloed op de wettelijke reserve. Ten eerste zal het in een erfenis voortaan om waarde draaien en niet om natura. Dat betekent dat van twee kinderen één bijvoorbeeld recht heeft op de helft van de waarde van de gezinswoning, maar niet per se op de helft van de woning. Als het ene kind het andere kan uitkopen, hoeft er geen openbare verkoop plaats te vinden, of het kan gebeuren dat er voldoende cash of ander vermogen in de erfenis zit om tot een eerlijke verdeling te komen.
Ten tweede worden zowel onroerende als roerende goederen bij een schenking gewaardeerd op het moment van de schenking. Daarna wordt die waarde geïndexeerd tot de dag dat de erflater overlijdt. Bij een schenking met een voorbehoud van vruchtgebruik vindt de waardering plaats op het moment dat het vruchtgebruik stopt en de begiftigde de volle eigendom verwerft. Tot nu werden de verschillende soorten goederen ongelijk behandeld. Daardoor kan het voorkomen dat een ouder aan zijn drie kinderen respectievelijk een effectenportefeuille, cash en een woning schenkt, die op het moment van de schenking allemaal evenveel waard zijn. Als de ouder jaren later overlijdt, is de effectenportefeuille of het huis veel meer waard en moet die hoge waarde bij het overlijden worden meegeteld voor de berekening van de reserve, terwijl de cash slechts tegen de nominale waarde van het moment van de schenking meetelt.
De timing
Het is nog niet helemaal duidelijk wanneer de nieuwe erfwet er zal zijn. In januari dienen vier parlementsleden van de meerderheid een wetsvoorstel in. Daarna moet dat voorstel de normale parlementaire weg volgen. De Raad van State moet zijn advies nog geven. Er komt nog een debat over het wetsvoorstel in de Commissie Justitie en in de plenaire zitting van het parlement, waarna de oppositie amendementen kan indienen.
“Ik kan de agenda van de Commissie Justitie moeilijk voorspellen. In het allerbeste geval hebben we tegen de zomer een nieuwe wet”, zegt Sieghild Lacoere, de woordvoerster van de minister van Justitie Koen Geens (CD&V). “Ik denk persoonlijk eerder in de herfst”, reageert Verbeke. “De manier waarop minister Geens dit proces in goede banen heeft geleid, is in ieder geval nooit vertoond. De minister heeft in mei 2015 een werkgroep opgericht met alle hoogleraren familiaal vermogensrecht, vertegenwoordigers van de verenigingen van notarissen en advocaten en parlementsleden. Het wetsvoorstel is het resultaat van een consensus in de werkgroep en wordt met andere woorden breed gedragen.” De minister is hoopvol dat de nieuwe erfwet nog dit jaar wordt aangenomen.
ILSE DE WITTE