Voldoende slagkracht voor de inlichtingendiensten
Aanpassing van de wet op de bijzondere inlichtingenmethoden |
Vandaag werd het wetsontwerp van de Minister van Justitie, Koen Geens, en de Minister van Defensie, Steven Vandeput, dat de bijzondere inlichtingenmethoden (BIM) voor de veiligheidsdiensten uitbreidt ingeleid in het parlement. Sommige procedures zijn te zwaar, bijvoorbeeld om in dringende gevallen snel een operatie op te starten. De wijzigingen laten aan de twee inlichtingen- en veiligheidsdiensten, de VSSE en het ADIV,toe om gebruik te maken van verschillende methoden om informatie te verzamelen, waaronder afluisteren, het binnendringen in een informaticasysteem, … De manier om informatie te verzamelen wordt gegroepeerd in 3 categorieën, de gewone, de specifieke en de uitzonderlijke methoden. Hoe intrusiever de methode, hoe meer voorwaarden vervuld moeten worden om ze in te zetten en hoe strenger de controle is door de BIM-commissie bestaande uit 3 magistraten. De BIM-Commissie speelt een controlerende rol in real time. Het Comité I heeft aanvullende bevoegdheden en kan zijn controle ook a posteriori uitvoeren op alle operaties. Enkele belangrijke wijzigingen: Uitzonderlijke methoden kunnen op dit moment niet ingezet worden om informatie te collecteren in zaken rond extremisme of inmenging. Dit vermindert de slagkracht van de diensten wanneer ze onderzoeken willen instellen naar, bijvoorbeeld islamextremisme of de invloed die vreemde Staten willen uitoefenen op Belgische moskeeën. Dit wetsontwerp maakt dat uitzonderlijke methoden, naast de nu toegestane gewone en specifieke methoden, kunnen ingezet worden zoals het afluisteren van telefoons, postpakketten openen, het doorzoeken van een woning, parking of garagebox.... voor extremisme of inmenging. Het is voor inlichtingendiensten mogelijk om aan telecomproviders de historiek op te vragen van het telefoonverkeer van een target, waar hij en zijn gesprekspartner zich ook bevinden. Binnen deze realiteit moet de VSSE ook communicaties kunnen onderscheppen tussen twee gesprekspartners in het buitenland. De agenten moeten op Belgisch grondgebied blijven, maar de informatie mag verzameld worden in het buitenland. De wet bepaalt dat “verstrekkers van een elektronische communicatiedienst” verplicht zijn informatie mee te delen op vraag van de inlichtingendiensten. De inlichtingendiensten (en de gerechtelijke overheden) zijn van oordeel dat het begrip ruim moet worden geïnterpreteerd en dat alternatieve serviceproviders (Whatsapp, Skype, Yahoo…) moeten meewerken.Het wetsontwerp voert volgende definitie in “verstrekkers van een elektronische communicatiedienst”. Deze definitie is afkomstig uit het arrest van het hof van beroep van Antwerpen van 20 november 2013 in de zogenoemde YAHOO-zaak. Voortaan wordt voorzien dat de inlichtingendiensten transportfirma’s kunnen vorderen om vervoers- en reisgegevens mee te delen. Deze firma’s zijn niet verplicht om bepaalde gegevens bij te houden, ze moeten alleen die informatie geven die ze voorhanden hebben. Er moet ook aangestipt worden dat het hier gaat om privé-firma’s: bus-, taxi- en transportbedrijven, touroperators, reisbureaus, ... Ook wordt het voor de VSSE en ADIV de mogelijk om een interventieteam op te richten (“Immediate Response Team” of IRT) om het personeel, de goederen en de infrastructuur van de diensten te beschermen. De leden van het IRT worden speciaal daartoe aangewezen door de minister en beschikken over aantal bevoegdheden van bestuurlijke politie. Ze mogen onder andere:
Het werk van agenten van de inlichtingendiensten is niet altijd zonder gevaar: Zij moeten contacten leggen in extremistische milieus of mensen schaduwen in gevaarlijke buurten. Ook wanneer bijvoorbeeld een camera moet geïnstalleerd worden in een woning, is het nodig dat de omgeving beveiligd wordt. In het huidige terreurklimaat is het bovendien niet ondenkbaar dat ook de inlichtingendiensten geviseerd worden door terroristen. Het wetsontwerp raakt niet aan de controlemechanismen. Het Comité I blijft bevoegd om de algemene werking van de inlichtingendiensten te superviseren en rapporteert hierover aan het parlement. Samen met de BIM-commissie controleert het ook de aanwending van de specifieke en uitzonderlijke methoden. Hiermee is er dus voorzien in een voorafgaande controle, een controle tijdens de inzet van de methode, en een controle achteraf. |
Voldoende slagkracht voor de inlichtingendiensten
op 07 oktober 2016 17:23 • Persbericht