Niet langer naar de cel voor kapotte vaas

op 01 oktober 2016 09:57 De Standaard

Vandaag wordt de herziene wet op de internering van kracht. Europa had daar al lang op aangedrongen.

Sarah Vankersschaever

BrusselJaarlijks worden zo'n 350 mensen met een mentale handicap of geestesstoornis geïnterneerd omdat ze een misdaad begingen. In theorie krijgen ze geen straf maar in de praktijk belanden ze door een opgelegde 'veiligheidsmaatregel' voor onbepaalde duur in de gevangenis.

Europa heeft België al meermaals veroordeeld omdat er tot op vandaag te veel geïnterneerden in onze gevangenissen verblijven, zonder de nodige psychische zorg. Eind 2013 waren het er 1.130, vandaag nog ongeveer 750. De laatste jaren werden onder impuls van de ministers Koen Geens (CD&V, Justitie) en Maggie De Block (Open VLD, Volksgezondheid) heel wat initiatieven genomen om geïnterneerden kwaliteitsvol te behandelen en begeleiden, zoals het Forensisch Psychiatrisch Centrum in Gent en de unit voor geïnterneerde vrouwen in Zelzate. Binnenkort start een FPC in Antwerpen.

Een nieuwe cruciale stap is de herziene interneringswet, die vandaag in werking treedt. De belangrijkste wijziging die minister Geens doorvoerde bestaat erin dat alleen feiten die een 'aantasting van de fysieke of psychische integriteit' veroorzaken nog zwaar genoeg wegen om iemand te interneren.

Winkeldiefstal

'Een belangrijke drempel', zegt Henri Heimans, magistraat in Gent en voorzitter van de Commissie voor de Bescherming van de Maatschappij. 'Het gebeurde te vaak dat mensen voor zeer banale feiten opgesloten werden. Ik herinner me onder meer een vrouw met een geestesstoornis die jaren in de gevangenis zat omdat ze een portefeuille had gestolen. Net als een jongen met een psychose die twee vazen brak aan de ingang van een Chinees restaurant. Het is buitenproportioneel om jaren in de gevangenis te zitten omdat je een winkeldiefstal op je geweten hebt.'

Bovendien werd internering op die manier stilaan een juridisch poortje om psychische zorg af te dwingen. De nieuwe wet maakt dat normaal gezien moeilijker. De verwachting is dan ook dat het aantal interneringen daalt. Met tien tot twintig procent, hoopt men op het kabinet-Geens.

Al blijft er een vage grens bestaan die dat percentage onder druk kan zetten: als pakweg het slachtoffer van een fietsdiefstal zegt een trauma te hebben opgelopen door de gebeurtenissen, kan er alsnog sprake zijn van 'aantasting van de psychische integriteit' en is internering voor onbepaalde duur dus nog steeds mogelijk voor zoiets banaals als een gestolen fiets.

Brand

Er zijn nog bezorgdheden. Stel nu dat een vrouw met een mentale handicap brand sticht, zonder grote gevolgen. Dan had tot gisteren beslist kunnen worden dat het veiliger was om haar te interneren. Voortaan heeft een rechter maar twee mogelijkheden: ofwel gaat hij voor een strafvervolging, waarbij de vraag zich stelt of er in de gevangenis wel voldoende aandacht zal zijn voor haar psychische problematiek. Ofwel kiest hij voor een gedwongen opname, waarbij de vrouw meteen in een medische instelling wordt ingeschreven voor de nodige zorg.

Geen van beide opties is wenselijk. De eerste omdat er geen zorggarantie is, de tweede omdat er in België al minstens vijftien gedwongen opnames per dag zijn, wat zeer belastend is voor de medische centra.

Toch zijn er ook verbeteringen. Deskundigen die in zo'n geval betrokken worden bij de gerechtelijke beslissing, moeten voortaan een speciale opleiding gevolgd hebben in de forensische psychiatrie. En een rechter wordt voortaan binnen een nieuwe 'kamer voor de bescherming van de maatschappij' omringd door onder meer een klinisch psycholoog en expert in sociale re-integratie. Zo wordt de spagaat tussen 'strafmaat' en feiten wellicht menselijker wanneer er sprake is van psychische problemen.

Sarah Vankersschaever