Het OCPP, voluit het Opleidingscentrum voor Penitentiair Personeel, in Brugge organiseert al jaren de basisopleiding voor de Nederlandstalige penitentiaire bewakingsassistenten. Om volwaardig 'cipier' te worden moeten de kandidaten doorheen hun stagejaar naast de on-the-jobtraining een vijftigtal theoretische lesdagen doorlopen.
Die basisopleiding werd sinds kort herzien. “Na een piek aan cursisten in 2013 beslisten we de opleiding te evalueren”, zegt Bea Schmidts, directrice van het opleidingscentrum. “Naast de lesgevers en de cursisten zelf werden ook de bestaande werknemers gevraagd hoe hun nieuwe collega's het ervan af brachten zodra ze in de praktijk terechtkwamen. Een opvallende vaststelling was dat erg veel van hen pleitten voor meer praktijkopleidingen.”
Stijgende moeilijkheidsgraad
Blijkbaar waren de bevindingen in eerste instantie toch niet zo makkelijk realiseerbaar in de praktijk. “Om echt te kunnen oefenen met onze cursisten in een context die realistisch oogt, ontbrak het ons nog aan een geschikte accommodatie”, legt woordvoerster Kathleen Van De Vijver uit. “Gezien het grote aantal cursisten dat we opleiden, was het geen optie om de voorziene klasruimtes te gebruiken om een praktijksituatie te creëren. Tijdens een brainstormsessie kregen we het idee om een van onze huizen aan de overkant van het penitentiair complex om te bouwen tot een simulatiegevangenis.”
Enkele medewerkers van het OCPP sloegen samen met de technische dienst van de gevangenis de handen in elkaar om de infrastructuur te realiseren terwijl lesgevers scenario's voor de trainingen uitschreven.
“De eerste oefeningen zijn eenvoudig”, zegt de directrice. “We starten met het openen van een celdeur op de meest veilige manier en het onderzoek van de verblijfsruimte. Vervolgens stijgt de moeilijkheidsgraad. In een volgende fase van de opleiding krijgen de cursisten te maken met een acteur die niet altijd even goed meewerkt. Door die oefeningen worden de cursisten goed voorbereid op de effectieve situatie op de werkvloer.”
Dieter De Milde