Geens en Jambon counteren EU-kritiek

op 26 april 2016 09:33 De Tijd

Een primeur: twee Belgische ministers reageren in het Europarlement op de harde internationale kritiek na de aanslagen van 22 maart. Hun rode draad: meer EU-samenwerking.

Ruim een maand na de aanslagen in Brussel ging het metrostation Maalbeek gisteren weer open. De halte wordt intensief gebruikt door wie van of naar het Europees Parlement reist. Symbolischer kon de timing van de getuigenis van minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) en van zijn collega van Justitie Koen Geens (CD&V) gisteren in de commissie Burgerlijke Vrijheden in het Europees Parlement niet zijn.

Veel Belgische Europarlementsleden lieten van zich horen op de zitting. Onder hen ook Louis Michel (MR), vader van de premier. Het is de allereerste keer dat nationale ministers het Europees Parlement aandoen na een terreuraanslag. Na Parijs gebeurde dat niet. Europarlementslid Sander Loones (N-VA) hoopt dat dit een traditie wordt en dat het niet enkel gebeurt 'bij aanslagen op de drempel van het Europarlement'.

De boodschap van de Belgische ministers was duidelijk. 'We kunnen terrorisme enkel succesvol bestrijden als we de rangen sluiten en samenwerken.' Geens zei dat 'een Europese FBI op dit ogenblik niet relevant is'. De huidige EU-verdragen laten het niet toe en een aantal grote landen willen het niet.

Beiden zeiden zich 'beledigd' te voelen door de snoeiharde internationale kritiek op de zwakke Belgische aanpak. Geens wees erop dat ons land al een jaar voor de aanslag op het Joods museum in Brussel in mei 2014 gevraagd had informatie uit te wisselen over de Syriëstrijders.

Jambon gaf toe dat de zes politiezones in Brussel 'een probleem' vormen, 'maar één politiezone had de aanslagen niet voorkomen'. Wel beloofde hij 'aan introspectie te doen om de pijnpunten in onze veiligheidsstructuur bloot te leggen en waar nodig radicaal te verbeteren'. Volgens Geens radicaliseren Marokkanen makkelijker dan Turken. Maar 'het slechtste wat we nu kunnen doen, is van de islam onze vijand te maken', beklemtoonde Jambon. Een dergelijke stigmatisering raakt een groep van '600.000 tot 700.000 mensen in België die een andere godsdienst aanhangen maar onze waarden delen. Als we onveiligheid willen creëren, is dat de te volgen weg.'

De communicatie van terroristen verloopt volledig via communicatiemedia als WhatsApp die moeilijk opgespoord kunnen worden. België werkt wel nauw samen met tien andere landen die te maken hebben met het fenomeen van de Syriëstrijders. 'Die groep van elf landen kan een laboratorium zijn om sneller te gaan', meende Jambon.

KRIS VAN HAVER