Het was een mooi weekend, na een loodzware week. Niet alleen was ik twee avonden rustig thuis, bovendien waren alle weekendactiviteiten verrijkend. Zaterdag vergaderden we de hele dag met onze werkgroep van erfrechtspecialisten voor het nieuwe erfrecht dat stilaan vaste vorm aanneemt. Ik hoop dat we na de zomer concrete voorstellen zullen kunnen doen.
Zondagochtend werd het standbeeld van Wilfried Martens in Sleidinge onthuld. Ik praatte lang over hem met zijn weduwe Miet Smet, met één van zijn broers en met zijn oudste zoon. Het was alsof Wilfried er zelf bij stond. Het monument bracht een slanke, professorale Martens. Zeker een belangrijk aspect. Maar als politicus toonde hij zich weerbaarder, minder kwetsbaar en vooral doortastender dan een professor. Schijnbaar pauzerend, dikwijls, maar doelbewust en vastberaden.
's Namiddags wandelden we mee met vele duizenden door de straten van Brussel, om hulde te brengen aan de slachtoffers van de aanslagen van 22 maart, te manifesteren tegen haat en verzoening te voelen. We waren niet met genoeg, zei de pers. Zevenduizend mensen. Toch een hele hoop, en een immense kwaliteit en diversiteit. 's Avonds ontvingen we met de Regering dankbaar de organisatoren.
Lees hier De week van Geens »