Was dit 1998, dan was de regering-Michel vandaag twee topministers armer. Was dit 1998, dan hadden minister van Justitie Koen Geens en minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon gisteren ontslag genomen, net als hun voorgangers Stefaan De Clerck en Johan Vande Lanotte. Maar dit is 2016, niet 1998. Toen ging Marc Dutroux even wandelen in het bos. Nu zaaide Ibrahim El Bakraoui dood en vernieling op de luchthaven. De korte ontsnapping van Dutroux had geen gevolgen. De maandenlange spoorloosheid van El Bakraoui heeft tot een ongekend bloedbad op Belgische bodem geleid. Reden te meer voor Geens en Jambon, zou je denken, om hun ontslag in te dienen. Dat hebben ze bij nader inzien niet gedaan. Ze hebben gelijk.
Blijven zitten - wat niet hetzelfde is als zich vastklampen aan hun postje - getuigt in dit geval van meer verantwoordelijkheidszin dan opstappen. In het drama van Zaventem treffen Geens en Jambon geen schuld. Wie daar anders over denkt, overschat de macht van de politiek en onderschat de kracht van moslimextremisme. Politiek verantwoordelijk zijn ze wel, als de tijdelijke hiërarchische oversten van parketten en politie die door een gebrek aan alertheid en gedrevenheid niet hebben vermeden wat idealiter en met veel geluk misschien - wie weet - vermeden had kunnen worden. Die verantwoordelijkheid is van papier: flinterdun. Loodzwaar daarentegen is de erfenis die ze allebei torsen van een veiligheidscultuur waarin laksheid en luiheid elkaar fataal versterkten. Geens en Jambon zijn niet eens anderhalf jaar aan zet. De linkse oppositie, zelf decennialang aan de macht, kan haar bloeddorst dan ook maar beter intomen. Zelfs aan de politieke hypocrisie zijn er grenzen. Zeker nu de lijken nog warm zijn.
Koud bekeken heeft de regering-Michel het politieke spel perfect gespeeld. Koen Geens en Jan Jambon hebben openlijk blijk gegeven van onthechting. Bovendien kondigen ze zelf al aan dat er eerstdaags bezwarende elementen zullen opduiken die aantonen dat hun diensten niet vrijuitgaan. En als klap op de vuurpijl roepen ze spontaan een onderzoekscommissie in het leven die moet aantonen waar het systeem heeft gefaald. Doorgaans moet de oppositie daarom smeken. Bien joué, denk je dan. Handig gespeeld. De regering trekt er zelf de angel uit, nog voor de oppositie haar schroom overwint om tot de aanval over te gaan.
Althans, zo interpreteren Wetstraat-watchers dat, vanuit hun cynische logica dat alles politieke strategie en electorale berekening is. Commedia dell'arte, dansend op de doden. Ben je naïef als je gelooft dat het niet zo is? Ben je naïef als je gelooft dat vijftigers als Jambon en Geens zich in eer en geweten afvragen wat hun aandeel is in dit bloedbad? Opstappen zou hen gemoedsrust bieden. Het zou opluchten, maar niets oplossen. Jambon en Geens kennen hun vak. Wat zouden hun opvolgers vragen? Sire, geef ons 100 dagen? In oorlogstijd, zoals nu? In tijden van gapende gaten in de begroting? In een Staat in staat van verval? Deze regering regeert niet van harte, maar wie haar vandaag voetje licht, wordt morgen wakker in een chaos waarin mogelijk niemand ooit nog orde schept. Dan wordt the failed state of Belgium een selffulfilling prophecy.
JAN SEGERS