Het is heel een kleine vreugde vergeleken bij het groot verdriet van de talloze slachtoffers van de aanslag in Parijs twee weken geleden. Samen met de diensten moesten we het hoofd bieden aan een ernstige dreiging en aan buiten-en ook binnenlandse kritiek. Te gepasten tijde zullen de comités Inlichtingen en Politie de zaken onder hun kritische loep nemen en daarover rapporteren aan het Parlement in volle onafhankelijkheid. Ik sta daar voor open. Maar nu vraag ik met aandrang om onze mensen te laten werken.
Dat men trouwens niet denke dat het terrorrisme een Belgisch, laat staan en Molenbeeks probleem is, het is een globaal probleem: 9/11 in New York, Madrid, Londen, Parijs, het is allemaal uiting van dezelfde problemen en dezelfde machteloosheid. Gisteren werd het terreurniveau overigens ook in Londen naar het hoogste niveau gehaald.
Ik pareerde de kritiek aan het adres van de Regering op het stuk van communciatie, door uitvoerige interviews op alle zenders. Ik deed de voorbije weken wat ik kon: er was behoefte aan informatie, en ik deelde, zo rustig en correct mogelijk mee wat ik mocht van de gerechtelijke en inlichtingendiensten, niet minder, en niet meer. Zo hoort het.
Ondertussen proberen we de elf reeds genomen maatregelen na Verviers zo ruim als kan bekend te maken. De meest belangrijke is zeker de circulaire Foreign Fighters die sterk de nadruk legt op preventie op lokaal niveau, en het delen van zorg- en politionele geheimen tussen preventieve, politionele en gerechtelijke diensten.
We bereiden ook een aantal nieuwe maatregelen voor (zoals de 'nachtelijke' huiszoeking en de verlenging van de administratieve aanhoudingstermijn van 24u).
Het mooiste moment van de week was een debatavond met Mahara, de Moslimstudenten van de Antwerpse universiteit. We deelden onze meningen en indrukken en ik kreeg een prachtige opdracht: bijdragen tot de aanvaarding van meer participatie van vrouwen en jongeren in de Moslimgemeenschap. Ik zal er eerstdaags over spreken met het Moslimexecutief, waarmee ik al overeenkwam om de erkenning van imams door hen afhankelijk te stellen van het volgen van een hogere opleiding in België.