Opiniestuk van Jan Segers

op 04 juni 2015 10:19 Het Laatste Nieuws

Meer dan duizend dagen. Zolang is het geleden dat de ramen van het gerechtsgebouw in Kortrijk nog eens zijn gewassen. Justitie is dus niet alleen figuurlijk, maar ook letterlijk aan een grote schoonmaak toe. Die kan je niet uitstellen tot je de hele rechtspraak in dit land in een nieuwe plooi hebt gelegd. Minister Geens moet zich naast een bevlogen hervormer ook een nuchtere poetsvrouw tonen en eerst maar eens die ramen lappen. Omdat een transparante rechtspraak naast complexe hervormingen ook een simpele spons, een zeemvel en een trekker vereist, al was het maar symbolisch.

Kortrijk is geen uitzondering. Geldgebrek is de regel. Als het kiezen is tussen propere ruiten en toiletpapier omdat er geen geld is voor allebei, dan is de keuze snel gemaakt. In Oudenaarde en Brugge sijpelt het vocht langs de ramen binnen. In Antwerpen en Brussel kruipt het langs de muren omhoog. In Dendermonde is het opletten voor vallende glasramen. In Hasselt worden mensen ziek door de luchtvochtigheid. Rechtbankvoorzitter Heeren heeft er de minister zowaar in gebreke gesteld. Maakt die niet snel geld vrij voor onderhoud, dan sluit Heeren de barak, amper drie jaar oud.

Uiteraard heeft Koen Geens het ultimatum van de Hasseltse voorzitter niet nodig om te beseffen in welke staat onze gerechtsgebouwen zich bevinden. Schabouwelijk en aftands noemde hij die onlangs in een gesprek met onze krant. Evenmin heeft Geens het signaal van politierechter en drama queen Peter D'Hondt nodig om te weten dat Justitie een ergerlijke wanbetaler is. Maar ook een minister roeit maar met de riemen die hem worden aangereikt. Bij de begrotingscontrole weekte Geens 100 miljoen extra los. Die gingen grotendeels op aan achterstallige betalingen. Voor tolken was er helaas even geen geld meer. Voor glazenwassers dreigt er nooit nog te zijn.

Minister Geens maakt in zijn hervormingsplan voor Justitie van de nood een deugd. Nederland telt 35 gerechtsgebouwen, België telt er 320. Die vallen onmogelijk allemaal te onderhouden, zegt Geens, laat staan te renoveren. En dus wil hij naar minder processen, minder gebouwen en dus ook minder ramen die moeten worden gelapt. Slaagt hij daar niet in, dan staat onze rechtsstaat straks letterlijk op instorten. In afwachting is het pappen en nathouden, desnoods met zeep en zeem, zoals de putten in onze wegen werden gedicht met emmer en truweel. Onze snelwegen bollen inmiddels als een biljart, maar elders merk je hoe een overheid in acute geldnood steeds vaker moet passen. Onderkomen schoolgebouwen. Mensonwaardige gevangeniscellen. Terreurteams met geleend materiaal. Een leger op water en brood. Al dat verval biedt stilaan de aanblik van een staat in staat van ontbinding, zoals Jean-Pierre Van Rossem ooit titelde. Aanschouwelijk soms, zoals het vuilnis in de stinkende straten van Gent. Het moet de herauten van de minimale staat tot nadenken stemmen: hoe onleefbaar een samenleving wordt als de overheid een aantal van haar kerntaken niet meer naar behoren uitvoert. Het is zoals Yevgueni zingt. We hebben geen geld / maar we kijken naar buiten / het zou nog zoveel mooier zijn / met propere ruiten.

JAN SEGERS