Vanaf vandaag gelden de nieuwe tarieven voor de rolrechten. Dit zijn de belastingen die betaald moeten worden bij het inschrijven van een zaak op de agenda van de rechtbank. De rolrechten worden aangepast om ze in verhouding te brengen tot de werklast voor justitie. Want deze is de laatste 10 jaar exponentieel toegenomen. Meer en meer mensen verkiezen een geschil via de rechterlijke weg te laten beslechten. De strategie van Minister Geens is er dan ook op gericht mensen ertoe te brengen opnieuw de weg van het constructief overleg te kiezen en alleen na uitputting van andere even oplossingsgerichte maar minder dure middelen, de weg naar de rechter te kiezen. Het is eveneens de bedoeling lichtzinnige roekeloze procedures te weren die onze rechtbanken zo overbelasten dat een efficiënte rechtsafhandeling van andere belangrijker geschillen op de helling komt te staan. Daarom zal, wie een beroep op het justitieel apparaat wenst te doen, gevraagd worden bij te dragen in verhouding tot zijn gerechtvaardigde belangen. Dit vertaalt zich in een rolrecht dat in verhouding wordt gebracht tot de waarde van de vordering en de kosten van de rechtspraak, waarmee we ons aligneren met de rolrechten in de ons omringende landen.
Deze hervorming belemmert geenszins de toegang tot de rechter, maar heeft precies de bedoeling deze veilig te stellen voor de toekomst. Zo blijft het systeem van de rechtsbijstand behouden. De tarieven die vandaag in elke aanleg worden gehanteerd, blijven voor de ‘kleinere’ vorderingen gehandhaafd. Voor vorderingen waar groter belangen spelen wordt het rolrecht exponentieel opgetrokken in functie van de waarde van de vordering of het instellen van hoger – of cassatieberoep. Voor de tarieven: zie de tabel in bijlage. Ook zo worden roekeloze beroepen en procedureslagen ontmoedigd. Wie daar toch voor kiest moet meer bijdragen, wat niet meer dan billijk is.
Bekijk het fragment »