De Minister van Justitie, Koen Geens, stelde vandaag het wetsontwerp Burgerlijk Procesrecht voor aan de Ministerraad. Dit ontwerp van wet past de burgerlijke rechtspleging en de rechterlijke organisatie aan om snellere en efficiëntere procedures te bekomen, zonder dat aan de kwaliteit waarmee justitie wordt beheerd ingeboet wordt. Dit komt niet alleen de burger ten goede die hierdoor een snellere behandeling van zijn zaak mag verwachten, maar ook de justitiële actoren die hun werkprocessen aanzienlijk verbeterd zien worden.
Hiertoe voorziet het ontwerp van wet in:
-de mogelijkheid voor alle gerechtelijke instanties, advocaten, gerechtsdeurwaarders en notarissen op juridisch geldige wijze elektronisch met elkaar te communiceren
- een efficiëntere inzet van rechters door het beperken van het gebruik van de kamers met drie rechters
-het sneller en goedkoper maken van de invordering van niet-betwiste schulden
-het vereenvoudigen van de motiveringsplicht van de rechter door de verplichting tot het structureren van de conclusies van de partijen
-het vermijden van overbodige adviezen door het facultatief maken van de adviesverlening van het openbaar ministerie in burgerlijke zaken
-het verminderen verstekvonnissen door afschaffing sanctie indien verstekvonnis niet binnen het jaar werd betekend
-het beperken van de mogelijkheden tot onmiddellijk instellen van hoger beroep
-het schrappen van de schorsende werking van het hoger beroep om het aantal onnodige beroepen te beperken
-het verruimen van de mogelijkheden voor magistraten om hun ambt te blijven uitoefenen na pensionering
Alle voorstellen vloeien voort uit het eerder voorgesteld Justitieplan. Dit wetsontwerp is een vertaling van dat plan en zo zullen er nog 3 volgen voor het einde van het jaar. Na advies van de Raad van State zal het ontwerp worden ingediend in het parlement. De Minister hoopt dat het wetsontwerp voor de zomer kan worden gestemd na bespreking in het parlement.
Raadpleeg de presentatie over het wetsontwerp Burgerlijk Procesrecht. Klik hier.