Gisteren en vandaag werd in Brussel onder het voorzitterschap van België, een Europese Conferentie op ministerieel niveau gehouden onder de titel "de Uitvoering van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens: een gedeelde verantwoordelijkheid." De 47 lidstaten van de Raad van Europa hebben de "Verklaring van Brussel" aangenomen. Het is uniek dat 47 landen een consensus bereikt hebben om een positieve engagementsverklaring op te nemen rond een thema zoals de mensenrechten.
Minister van Justitie, Koen Geens, kon namens het Belgisch voorzitterschap van de Raad van Europa op de conferentie aankondigen dat er grote vooruitgang is geboekt bij het wegwerken van de gerechtelijke achterstand bij de arresten van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). Een aantal maatregelen zoals bijvoorbeeld de mogelijkheid voor één rechter of een comité van drie rechters beslissingen te nemen over relatief eenvoudige gevallen, heeft inderdaad de achterstand weggewerkt van 150.000 dossiers in 2011 tot minder dan 70.000 zaken op 1 januari 2015.
Op deze conferentie hebben de leden van de Raad van Europa hun wil uitgedrukt om op een snelle en effectieve manier de Europese arresten over de Rechten van de Mens uit te voeren.
Deze verklaring van Brussel moet verbetering mogelijk maken op vlak van:
- Repetitieve arresten vermijden : het EHRM heeft nog te veel werk bij zaken waar op voorhand het resultaat van vaststaat omdat zij in gelijkaardige zaken al reeds uitspraken deed.
Praktijkvoorbeeld: meer dan 20 interneringszaken tegen België.
- De verantwoordelijkheid komt een stuk bij de lidstaten te liggen : er is meer aandacht nodig voor opvolging van de lidstaten bij uitvoering van arresten. De rol van de parlementen wordt versterkt. De bevoegde minister van de lidstaat die te maken heeft met een arrest zal een actieplan voor de uitvoering van het arrest voorleggen aan het parlement. Het parlement zal zo de parlementaire controle kunnen laten spelen en mee de opvolging verzorgen.
Dit kan vergeleken worden met de interactie die speelt tussen het parlement en de regering bij arresten van het Grondwettelijk Hof.
- Oprichting van een nationaal mensenrechteninstituut
De Minister kondigde de oprichting van een nationaal onafhankelijk mensenrechtenmechanisme aan, zoals dit in het Regeerakkoord werd afgesproken. Dit is een gedeelde ambitie van alle lidstaten van de Raad van Europa. Elk van de 47 aanwezige landen hebben het engagement aangegaan om de oprichting van een nationaal onafhankelijke mensenrechteninstelling te overwegen.
- Geloofwaardigheid van EHRM naar burger toe vergroten door de vraag naar een sterkere motivering bij het nemen van haar beslissingen. Vanaf 1/1/16 wordt van het EHRM verwacht om een beslissing van onontvankelijkheid kort te motiveren. Ook wanneer gevraagd wordt om beslissingen van arrest van het EHRM te verwijzen naar de Grote Kamer (vergelijkbaar met in beroep gaan) en het EHRM de verwijzing naar de grote Kamer weigert. Bij verwerping zou EHRM moeten motiveren. Vandaag is dit niet het geval.