In de lijn van de eerdere parlementaire hoorzittingen dienaangaande, heeft Minister van Financiën Koen Geens de afgelopen maanden de filmsector gehoord over de uitwerking van de tax shelter.
Vandaag heeft de Minister informeel overleg gepleegd met Stijn Coninx en Peter Bouckaert, die namens de Vlaamse filmindustrie de Minister kwamen informeren over de problemen die de sector ervaart. Wegens ziekte was de vertegenwoordiger van de Franse filmindustrie, de heer Patrick Quinet, niet aanwezig, maar Minister Geens neemt zich voor een nieuwe afspraak met hem te maken.
De Minister onderstreept dat de tax shelter zoals in 2003 ingevoerd een prachtig instrument is dat de sector de afgelopen jaren erg ten goede is gekomen. Daarnaast heeft hij akte genomen van de bezorgdheid dat de gelden die opgehaald worden via tax shelter niet steeds op de beste manier zouden worden besteed aan nieuwe Vlaamse en Franse filmprojecten.
Daarom heeft Minister Geens zijn administratie gevraagd om de toepassingen van de tax shelter strikter te controleren, met een aparte controlecel “tax shelter”. Immers 70% van de opgehaalde gelden moeten naar de filmproducties zelf gaan.
Een van de gesignaleerde problemen in de huidige toepassing van tax shelter is dat de rechten die een investerende onderneming verkrijgt, zouden aangewend worden om zeer hoge rendementen binnen te halen. Op die manier zouden sommige gelden niet of niet optimaal ten goede komen van de filmproducties.
De Minister heeft deze zorg goed genoteerd. Hij heeft aan de vertegenwoordigers van de filmindustrie meegedeeld dat hij bereid is om, na verder onderzoek, de nodige bijsturingen te overleggen binnen de schoot van de regering zodat de tax shelter ook voor de toekomst in voldoende mate kan tegemoet komen aan de noden van nieuwe Vlaamse en Franstalige filmproducties en internationale coproducties.
Minister Geens: “De tax shelter blijft een heel mooi instrument dat behouden moet blijven. Om het systeem efficiënter te doen werken en meer ten voordele van de audiovisuele producties te laten komen, heb ik mijn administratie de opdracht gegeven om striktere controle uit te oefenen op het maximale rendement zodat 70% van de opgehaalde gelden naar de filmproducties zelf kan gaan. In opvolging van de evaluatie-werkzaamheden in de parlementaire commissies, ben ik daarnaast bereid om, na verder onderzoek, de nodige verdere bijsturingen te overleggen binnen de schoot van de regering”.