Vandaag opende Minister van Justitie, Koen Geens, het debat over de verbetering van het statuut van levenloos geboren kinderen in het parlement.
In zijn beleidsverklaring kondigde de Minister nieuwe wetgeving aan m.b.t. de naam en de registratie van levenloos geboren kinderen. Deze nieuwe wetgeving zou bij de registratie rekening houden met de evoluties binnen de neonatologie waar de grens van de levensvatbaarheid lager ligt dan deze gehanteerd in het Burgerlijk Wetboek. Daarnaast zou deze nieuwe wetgeving het ook mogelijk maken om dit kind, naast een voornaam, een familienaam te geven zonder dat dit tot enig ander rechtsgevolg aanleiding geeft.
In voorbereiding van aanpassing van de wet heeft de Minister een uitgebreid onderzoek laten uitvoeren rond drie centrale thema's:
- Wanneer kan of moet een levenloos geboren kind geregistreerd worden?
- Hoe kan een levenloos geboren kind geregistreerd worden?
- Kan of moet een levenloos geboren kind een familienaam krijgen, zo ja hoe moet deze dan bepaald worden?
Uit dat onderzoek kwamen onder andere volgende resultaten naar voor:
- Er wordt voorgesteld om te voorzien in de registratie in de burgerlijke stand van levenloos geboren kinderen van 140 dagen vanaf de datum van de bevruchting, dat wil zeggen vanaf 22 weken zwangerschap of 154 dagen vanaf de laatste menstruatie. Volgens de verzamelde informatie lijkt het criterium van 140 dagen overeen te stemmen met de grenzen van de huidige geneeskunde. De termijn van 180 dagen die vandaag gehanteerd wordt, beantwoordt niet meer aan de evolutie die de medische wereld heeft ondergaan.
- Een piste die werd opgeworpen was om ook voor levenloos geboren kinderen een geboorteakte op te maken.
- Het merendeel van de ondervraagde personen sprak zich uit om de familienaam op te nemen in de akte.
Koen Geens: "Een wetgevend ingrijpen moet tegemoet komen aan de behoefte die bij ouders van een levenloos geboren kind bestaat om dat kind een volwaardige plaats te geven in hun leven. De grens van 180 dagen, het feit dat er voor dit kind geen geboorteakte wordt opgemaakt en zij dit kind geen naam kunnen geven, raakt hen diep. Het contrast met de wetgeving inzake de lijkbezorging en de begraafplaatsen die een gemeenschaps- en gewestbevoegdheid zijn, wordt steeds groter. Daarom is een wetgevend ingrepen noodzakelijk."
Er werden al enkele wetsvoorstellen ingediend door onder andere Sonja Becq. Dit getuigt hoe belangrijk en fundamenteel dit onderwerp is en hoe dit maatschappelijk ook leeft. De Minister vindt het belangrijk dat er een zo breed mogelijk gedragen consensus gevonden wordt rond deze problematiek.
Sonja Becq: "Om hun rouwproces te kunnen starten hebben ouders erkenning van hun verdriet nodig. Deze erkenning krijgen ze van hun familie en vrienden, maar ze wensen dat de geboorte van hun kind ook officieel vastgesteld wordt. Ze wensen dat hun kind een naam, familienaam en een geboorteakte krijgt, net zoals eventuele andere kinderen geboren binnen hun gezin. Ik heb een voorstel ingediend, met amendementen om het te verfijnen. Met deze meerderheid kunnen we aan de grieven van deze mensen tegemoet komen."