Terwijl ik stond te staren naar de gebroken menhir uit het neoliticum in het Bretoense Locmariaquer (foto), mijmerde ik over de betekenis van 31 december: het is het feest van het verleden, zoals Kerstmis het feest van de toekomst is. Kerstmis is het feest van het kind, Oudjaar het feest van de volwassene. Dat veel ouderen zich straks rond middernacht gedragen als kinderen, tot verbazing van hun kinderen, bewijst precies dat ze volwassen zijn, anders zouden ze niet – voor even – opnieuw zo uitgelaten als een kind willen zijn. En dat doet goed, ik kan het u bevestigen.
Het verleden van een mens is rijk aan herinneringen die hij meticuleus of wat slordiger kan bijhouden, en die steevast worden gekleurd door wat nadien is gebeurd. Die rijkdom is opgeslagen op de harde schijf van onze hersenen. We zetten ons achterwaarts op de trein, en we laten de zon in onze rug schijnen. Er is immers geen toekomst zonder verleden, en de toekomst – hoe onvoorspelbaar ook – wordt gemakkelijker indien we het verleden zijn plaats geven. Wie niet klaar is met zijn verleden, blokkeert in zekere zin zijn toekomst. Dat verwerkingsproces mag uiteraard veel tijd in beslag nemen, maar liefst geen heel leven tekenen.
Had u 40 of 20 jaar geleden gedacht dat u in 2022 zou zijn waar u nu is? En dat 2021 u dermate zou verrassen?
Als ik de balans opmaakt van het voorbije jaar en van mijn – relatief – kort leven, dan ben ik meestal heel blij over wat goed is en wat goed is geweest. Ik kan er lang bij stilstaan, en dat is nodig want het zich warmen aan mooie herinneringen is wat een mens recht houdt, zeker als er – even of landurig – weinig anders is om zich aan te warmen.
Maar als ik eerlijk ben, sta ik langer stil bij datgene waarover ik spijt heb, over wat fout ging, meer spijt nog als ik daar iets aan kon doen. Ik zal in het volgende jaar dus aan een aantal mensen vragen om mij iets dat ik het voorbije jaar verkeerd deed, niet al te kwalijk te nemen, minstens moeten laten zien dat het me oprecht spijt, zonder het te negeren. Want je kan altijd opnieuw beginnen, althans dat denk ik en probeer ik.
Wat ik al lang wist, maar opnieuw proefondervindelijk leerde van het voorbije jaar is dat je het leven moet vieren, elke dag, zolang het er nog is. Zoveel mensen gingen heen die mij zeer dierbaar waren. U voelde mijn weemoed bij herhaling als u mij geregeld leest.
Mijn voornemen voor het nieuwe jaar: ik probeer mijn agenda niet te zeer op te leggen aan de dagelijkse lotgevallen van leven en dood. Een kind wordt maar één keer geboren, wordt meestal hoogstens één keer heel zwaar ziek voor je zelf sterft, en ook jouw (groot)ouder sterft maar één keer. En die gebeurtenissen kan je niet plannen, zelfs niet met een elektronische agenda.
Zal de wereld daarom trager gaan? Nee hoor. Daarom toch nog een ander voornemen: als we het essentiële onderscheiden, en onze machientjes af en toe een paar uur stil naast ons laten liggen terwijl we hard werken, dan gaat dat essentiële minstens even snel als voorheen, zo niet veel efficiënter. En hebben we meer tijd voor degenen rondom ons die ons echt nodig hebben, minstens echt prijs stellen op ons gezelschap en ons zuurstof geven voor de toekomst en haar uitdagingen.
Oprecht een gelukkig nieuwjaar, goede gezondheid en veel persoonlijk, familiaal en professioneel geluk.