‘Een pandemiewet is vooral noodzakelijk voor onmiddellijk gebruik’, zegt voormalig minister van Justitie Koen Geens (CD&V). ‘Maar of die wet op langere termijn nog kan dienen, dat is niet zeker.’
Premier Alexander De Croo (Open VLD) beloofde twee weken geleden in een brief om het parlement sneller dan gebruikelijk te betrekken bij de redactie van een pandemiewet. De tekst zou al aan de kamer voorgelegd worden, nog voor de tekst naar de Raad van State en andere adviesorganen gaat, zoals gebruikelijk. ‘Om de gevoeligheden en suggesties van de Kamer’ mee te nemen. Maar ook dan dreigt er nog een erg lange weg voor de tekst. Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) liet eerder al verstaan dat de tekst niet meer toegepast zou worden tijdens de huidige crisis.
Tijdens zijn eerste tussenkomst in de Kamer, twee weken geleden, sprak Koen Geens als Kamerlid zijn bezorgdheid uit dat de premier in zijn brief meteen aangaf de wet niet met urgentie te behandelen. ‘Dat maakt mij een beetje bang. We moeten zien dat we ergens een paar binnenbochten kunnen nemen om deze pandemiewet snel genoeg in werking te laten treden’, klonk het.
Snelle terreurwetgeving
In een toespraak, gisteravond in Bozar tijdens van de Grandes Conférences Catholiques, sprak Geens zijn twijfels uit over dat soort kaderwetten. ‘Ofwel zijn ze erg algemeen en dan bestaat het risico van een uitvoerende macht die te gemakkelijk de wetgevende en rechterlijke macht opzij kan zetten om bepaalde rechten op de helling te zetten. Ofwel zijn ze erg specifiek om een bepaalde crisis aan te pakken, maar dan vraagt de wet een constante inspanning om ze aan te passen aan nieuwe technologische en wetenschappelijke evoluties. En die discipline is er zelden.’
Hij pleit eigenlijk voor een derde weg, de weg die de regering-Michel na de terreuraanslagen ook bewandelde. ‘De wetgever kan perfect met hoogdringendheid wetgeving stemmen zodra duidelijk is wat de behoeften zijn. Na de aanslagen heeft het parlement een dertigtal aangepaste maatregelen gestemd. We hebben de veiligheid gewaarborgd, met het volle respect voor de mensenrechten.’
‘De wetgever is niet lui en onmachtig en hij kan snel ageren’, verduidelijkt Geens aan De Standaard. ‘En ook de Raad van State kan erg snel werken als het nodig is. Dat heeft ons de snelle terreurwetgeving opgeleverd.’
Acute korte crisissen
Wil hij hiermee zeggen dat hij de pandemiewet, die in de maak is, nutteloos vindt? ‘De wet van 2007 waarop de huidige maatregelen gebaseerd zijn, is eigenlijk bedoeld voor acute korte crisissen. En ik begrijp perfect dat daarnaar bij het begin van de crisis werd gegrepen. Maar zonder die moeilijke regeringsvorming hadden we ondertussen al een goede wet gehad om de huidige maatregelen op te baseren. Die pandemiewet kan dat zijn. Ze is vooral noodzakelijk voor onmiddellijk gebruik. Maar of die wet op langere termijn nog zal kunnen dienen, is niet zeker. Ze kan binnen tien jaar helemaal naast de kwestie. Baat het niet voor de toekomst, dan schaadt ze niet. Er zijn zoveel wetten die stof liggen te vergaren.’