Een kleine maand geleden, op 27 juli, deed ik in de Ochtend een poging om de gemoederen te bedaren rond ‘de’ juiste coronamaatregelen. De mondmaskerverplichting en de bubbel hadden achtereenvolgens voor controverse gezorgd. Ik pleitte voor een verzoening van vrijheid en discipline die nog minstens een jaar zou duren, zonder gedoe. Vrijheid, gezondheid en veiligheid zijn goede vrienden, in een gezamenlijke dosis die aan de omstandigheden moet worden aangepast.
We zijn nu 22 augustus. Minstens zijn de cijfers opnieuw verbeterd, de gezondheidssector blijft onder controle, en het menselijk leed is inmiddels voldoende beperkt om ons toe te laten opnieuw aan een normaal leven te gaan denken, met discipline uiteraard.
Sedert de Antwerpse maatregelen, ontstonden nieuwe debatten, juridisch deze keer, over rechten en vrijheden. Ook een vechtpartij op het strand van Blankenberge ging niet onopgemerkt voorbij. Het debat over de bubbel geraakte zelfs gecommunautariseerd: de noordelijke en zuidelijke wetenschappers zitten niet allemaal op dezelfde golflengte.
In deze meningenstrijd is er geen absolute waarheid. Toch dit:
1) De wetenschap staat verder dan ooit. Maar wij moeten kunnen aanvaarden dat we nog niet alles weten of onmiddellijk kunnen genezen. En dat elk leerproces, ook van een voorheen onbekend virus, tijd en een beetje geduld vraagt.
2) Wij kunnen in 2020 nog nauwelijks vermijdbare doden verdragen. Dat geldt ook voor het verkeer, maar anders dan corona, is het verkeer geen nieuwe kwaal. Maar ook daar is onze maatschappelijke gevoeligheid vele malen vermenigvuldigd. Het leven van elke mens is dus – gelukkig – veel belangrijker geworden dan vroeger.
3) Om die aandacht voor elk leven te verdienen, moeten wij bereid zijn om ons gedisciplineerd te gedragen. Want het respect voor het leven van de ander is de enige manier om zelf dat respect te krijgen. Flauwheid en gezaag zijn dus uit den boze. Evenzeer zijn vragen om redelijkheid en gelijkheid ontvankelijk en soms meer dan terecht.
4) Niemand weet met absolute zekerheid welk type maatregelen – behalve nooit buiten komen – het meest bijdraagt. Enkel de statistiek helpt ons leren uit ervaring, met grote getallen, en onafhankelijke variabelen. Ondertussen neemt niemand de eigen intuïtie best voor heilig, en is nederigheid geboden om de maatregelen, eenmaal beslist, gewoon na te leven.
5) Geen enkel gezondheidssysteem kan overleven zonder een sterke economie en geen mens kan in 2020 nog kwaliteitsvol leven zonder een duurzaam evenwicht tussen zijn dagelijkse/wekelijkse portie werk of school, cultuur en ontspanning. En die laatste portie wordt best niet gereduceerd tot coronaberichtgeving, of kennisname van de berichtgeving over die berichtgeving.
Wij kunnen deze gezondheidscrisis als samenleving maar ‘gezond’ doorkomen door perspectief te houden. Het helpt in te zien dat dit een globale crisis is, en België maar één van de vele landen die eronder lijdt. Nergens is het perfect, op sommige plaatsen is het wellicht beter, op andere veel slechter.
Het helpt ook te beseffen dat deze crisis niet alleen een uitdaging is voor onze veerkracht, maar ook een manier om opnieuw de essentiële van de niet-essentiële zaken te leren onderscheiden. Zeker, het zijn deze laatste dingen die dikwijls heviger kleur aan het bestaan geven, maar als we daar op recurrente wijze van afhangen, zijn we doorgaans niet goed bezig. We leren omgaan met frustratie in onze verlangens. ‘Gewoon’ op reis gaan, ook al hebben we dat beslist of besteld, kan mislukken. Het is absoluut niet leuk, maar er zijn ergere dingen. De eigen frustratie geeft misschien de kracht om bij te springen waar de frustratie nog groter is: bij de oudsten, de jongsten, de rouwenden, de zieken en de mensen die hun werk of onderneming zien verloren gaan.
Om kort te gaan, deze crisis lijkt alvast niet ernstiger dan een wereldoorlog, wat mij betreft verre daarvan. Economisch is ze hopelijk niet zwaarder dan de financiële crisis van 2007-2011. De mens zit zo ineen dat hij altijd wat hij meemaakt, als het ergste ‘ooit’ beschouwt. Dat helpt hem om zich dubbel schrap te zetten. Eén ding lijkt hoe dan ook zeker: een doeltreffend vaccin zal niet zo lang op zich laten wachten als de vredespijp in de Eerste en de Tweede Wereldoorlog, en komt waarschijnlijk veel, veel sneller dan dat.