Vice-eerste minister van Justitie, Koen Geens, gaf op 5 november 2019 een uiteenzetting in de opvolgingscommissie over de aanbevelingen van de parlementaire onderzoekscommissie die zich boog over de aanslagen van 22 maart 2016. De Minister wenst uit zijn uiteenzetting volgende maatregel uit te lichten.
De gemeenschappelijke gegevensbank Terrorist Fighters wordt uitgebreid. Door twee nieuwe categorieën toe te voegen aan de gemeenschappelijke gegevensbank Terrorist Fighters, namelijk de “Potentieel Gewelddadige Extremisten” en de “Terrorismeveroordeelden” kan de opvolgen van potentieel gevaarlijke personen nog beter gebeuren.
Een uitbreiding van de databank heeft vooral als doel dat alle gedetineerden die belangrijke tekenen van radicalisering vertonen, het voorwerp uitmaken van een informatiedeling via deze gemeenschappelijke gegevensbank en dat de evaluatie van deze personen wordt gecoördineerd. Momenteel worden enkel de gedetineerden die beantwoorden aan de criteria van een Foreign Terrorist Fighter, een Home Grown Terrorist of een haatprediker opgenomen in de gemeenschappelijke gegevensbank. Dit betekent dat de cel extremisme van het DG Penitentiaire Inrichtingen moet werken met haar eigen lijst van personen die worden opgevolgd in de gevangen die een link hebben met radicalisme/extremisme en niet onder voorgaande categorieën vallen.
Ook is het vandaag al zo dat de penitentiaire inrichtingen een verslag opstellen over elke gedetineerde die gelieerd wordt aan radicalisme en die het einde van zijn straf nadert. Dit verslag wordt overgemaakt aan de Veiligheid van de Staat. Na het verlaten van de gevangenis wordt de opvolging in een lokale Task Force verzekerd, alsook nu een informatiedeling via de gemeenschappelijke gegevensbank.
De Parlementaire Onderzoekscommissie stelde in haar verslag dat een gezamenlijke opvolging via de gemeenschappelijke gegevensbank absoluut noodzakelijk is om de efficiëntie en effectiviteit van deze opvolging te verbeteren, zeker wat betreft de gedetineerden. De Minister houdt zich er aan deze aanbevelingen met de diensten strikt op te volgen en deze verder uit te voeren.
De Ministerraad heeft reeds zijn akkoord gegeven op het Koninklijk besluit dat deze uitbreiding regelt. Dit Koninklijk Besluit ligt nu voor ter advies bij de Raad van State.
Deze gegevensbank is ontstaan uit de noodzaak voor diensten om gegevens met elkaar te delen om doeltreffender terrorisme en extremisme op te sporen. De tussenschotten worden op die manier weggenomen. Deze werd opgericht in 2016 om informatie over Foreign Terrorist Fighters te delen, in 2018 werd deze dan uitgebreid met informatie over Homegrown Terrorist Fighters gezien niet iedereen per se naar buitenlands terroristisch gebied afreist. Gevaar stopt niet aan een grens.