De criminaliteit neemt verder af, maar veel feiten worden niet aangegeven. 'Dat neemt het hoeragevoel over de daling weg', zegt minister van Justitie Koen Geens (CD&V).
Van onze redacteur Matthias Verbergt
Brussel - De aangegeven criminaliteit in ons land blijft verder dalen, van 879.000 feiten in 2017 naar 869.000 vorig jaar. In tien jaar tijd is er een afname van veertien procent. Dat blijkt uit de nieuwste criminaliteitscijfers en de veiligheidsbarometer van de federale politie.
1. Driekwart voelt zich veilig
Drie vierde van de 168.000 ondervraagde inwoners voelt zich zelden of nooit onveilig. Vijf procent voelt zich altijd of vaak onveilig. Dat is het laagste niveau sinds de eerste veiligheidsmonitor in 1997. In 2008 was dat acht procent, in 2000 nog twaalf. Mannen (4,7 procent) voelen zich minder onveilig dan vrouwen (6,7 procent).
Opvallend: van alle leeftijdsgroepen voelen de jongeren (15-24 jaar) zich het meest onveilig, en de ouderen (65+) het minst. 'Jongeren worden vaker blootgesteld aan criminaliteitsfenomenen als afpersing of internetmisdaad', zegt minister van Binnenlandse Zaken Pieter De Crem (CD&V). 'Bijkomende inspanningen zijn wenselijk.'
Ondanks het wijdverspreide veiligheidsgevoel vertonen heel wat inwoners mijdingsgedrag. Zo doet meer dan een op drie de deur niet open voor onbekenden - vooral jongeren en ouderen. Bij vrouwen is dat 42 procent. Vijftien procent vermijdt het om bij duisternis de woning te verlaten, en twaalf procent blijft weg van drukke evenementen. Acht procent vermijdt het openbaar vervoer.
2. Nauwelijks aangifte van zedenfeiten en cybercrime
Slechts veertien procent van de burgers van wie de smartphone of computer werd gehackt, deed daarvan aangifte. Terwijl cybercrime het meest voorkomende criminaliteitsfenomeen is, blijft dat het vaakst ongemeld. In totaal werden vorig jaar naar schatting 200.000 feiten van digitale misdaad niet gerapporteerd bij de politie.
Ook zedenfeiten blijven in meer dan vier vijfde van de gevallen onder de radar. Aangezien vorig jaar 12.000 zedenfeiten wel werden aangegeven, begroot de politie het zogenaamde dark number op liefst 60.000. Twee procent van de respondenten zegt het laatste jaar slachtoffer te zijn geworden van zedenfeiten - bij vrouwen ligt het cijfer bijna drie keer zo hoog als bij mannen.
'Een van onze belangrijkste taken ligt bij preventie en het laagdrempelig maken van onze diensten, zodat de aangiftebereidheid stijgt', zegt Marc De Mesmaeker, commissaris-generaal van de federale politie. Uit de enquête blijkt dat slechts 38 procent van de bevolking tevreden is over de manier waarop misdrijven vastgesteld en aangepakt worden.
'Wij tasten in het duister als we niet precies weten hoeveel feiten niet worden aangemeld', zegt minister van Justitie Koen Geens (CD&V). 'Dat blijkt heel duidelijk het geval te zijn bij zedenmisdrijven. Schaamte speelt daarbij een belangrijke rol. De politie moet misschien nog accueillanter worden. Het kan ook dat men denkt dat het toch niet opgevolgd zal worden en dat aangifte de moeite niet loont. In elk geval is er wetenschappelijk onderzoek nodig. De hoge dark numbers nemen het hoeragevoel over de gedaalde criminaliteit weg.'
3. Verkeer is grootste buurtprobleem
Wat buurtproblemen betreft, liggen inwoners vooral wakker van verkeersmisdrijven. Liefst twee derde van de respondenten zegt last te hebben van onaangepaste snelheid in het verkeer, en bijna de helft van agressief rijgedrag en wildparkeren. Daarnaast is sluikstorten steeds meer een bekommernis. Overlast door woninginbraken nam in tien jaar dan weer sterk af.
'Dit leert ons dat we onze capaciteit voor de handhaving van het verkeer nog beter en gerichter moeten inzetten', zegt Nicholas Paelinck, voorzitter van de vaste commissie van de lokale politie. 'We hopen op extra middelen vanuit de gewesten.'