Belastingen ontduiken of geldstromen maskeren: fiscale misdrijven zullen voortaan efficiënter worden aangepakt. De fiscus kan namelijk mee naar de strafrechtbank om als burgerlijke partij, achterstallige boetes en belastingen te vorderen. Zo vermijdt de fiscus achteraf nog een burgerlijke procedure te moeten starten om het geld te innen. Dat staat in het wetsvoorstel diverse strafzaken dat donderdag door het parlement werd aangenomen.
Wanneer er sprake is van ‘lichte’ fiscale fraude, bijvoorbeeld waarbij het bedrag relatief laag is of geen ingewikkelde structuren werden opgezet om belastingen te ontduiken, treedt de fiscus als eerste op. Die beschikt ook nu al over heel wat instrumenten en een sterke fiscale procedure om fraude op te sporen en administratief streng te beboeten.
Ernstigere fiscale fraudedossiers daarentegen kunnen en moeten door het Openbaar Ministerie voor de strafrechter worden gebracht. Denk daarbij aan grote bedragen van ontdoken belastingen, complexe fraudestructuren, of samenloop met misdrijven als heling, witwas, corruptie, financiering van georganiseerde misdaad of terrorisme. Niet zelden zijn strafrechtelijke onderzoeksmaatregelen nodig, denk aan huiszoekingen of telefoontaps.
“Una via” zet neuzen in dezelfde richting
Aangezien de omvang en aard van de fraude niet altijd van meetaf aan duidelijk is, is het cruciaal dat fiscus en parket zo vroeg mogelijk overleg plegen over de te bewandelen weg: de fiscale dan wel de strafrechtelijke. Dat wordt ook het “una via”-overleg genoemd, omdat er gekozen wordt voor één weg voor de verdere vervolging en sanctionering.
Indien het openbaar ministerie na het overleg en nader onderzoek besluit om de fiscale fraude strafrechtelijk te vervolgen, wordt de fiscus daarvan steeds tijdig op de hoogte gebracht, alsook van de datum van de inleidende zitting voor de strafrechter.
Géén dubbele bestraffing en géén dubbel werk
Nieuw is dat de fiscus een afzonderlijke vordering kan instellen voor de strafrechtbank. Daarmee kan ze ook de verschuldigde belastingen of boetes vorderen, zonder daarvoor achteraf nog een aparte procedure te moeten voeren voor de burgerlijke rechter. De zaak komt nu integraal voor één rechter, namelijk de strafrechter. Ook bij vrijspraak zal de strafrechter nog over de fiscale vordering kunnen oordelen.
Om volledig in lijn te zijn met de Europese rechtspraak, zal de strafrechter bij zijn vonnis ook steeds rekening moeten houden met eventuele reeds gevorderde of betaalde fiscale boetes en verhogingen, om op die manier een dubbele bestraffing te vermijden. De fraudeur kan dus perfect voorzien welke vorderingen en straffen hem allemaal boven het hoofd hangen.
Wettelijke basis voor una via-overleg
Met deze wetswijziging wordt een antwoord geboden op het arrest van het Grondwettelijk Hof van 3 april 2014 dat een in 2012 ingevoerd una via-principe vernietigde. In 2012 bestond de wettelijke regeling al, maar deze werd door het Grondwettelijk Hof gedeeltelijk vernietigd omdat twee vorderingen en sancties niet zomaar naarst elkaar mogen bestaan. Een dubbele bestraffing voor dezelfde feiten mag en kan namelijk niet zomaar voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.
Koen Geens: “Fiscale fraude wordt tegelijk sneller en efficiënter gesanctioneerd. De strafrechtelijke en fiscale procedure worden met elkaar verbonden in tijd en inhoud. Fraudeurs kunnen ervan uitgaan dat er met alle mogelijke middelen en via een gezamenlijke procedure tegen hen zal worden opgetreden. Fraude mag en zal niet lonen.”