Op 14 en 15 maart vindt in Brussel de workshop voor gevangenisdirecteurs en beleidsmakers van EuroPris (de onafhankelijke Europese organisatie voor gevangenis-en correctionele diensten) plaats. De focus ligt dit jaar op radicalisering in de gevangenis. De belangstelling uit andere Europese landen is groot: 14 Europese landen kwamen in Brussel deze week tips en ervaringen uitwisselen.
België was ook voor de aanslagen van 22 maart 2016 al bezig met het thema van radicalisering van gedetineerden. De laatste drie jaar wordt er echter in een stroomversnelling gewerkt, alleen al omdat gedetineerden ooit vrijkomen.
Zowel op Europees als op Belgisch niveau zijn er specifieke opleidingen voorzien voor het penitentiair bewakingspersoneel. België wordt door diverse landen gevraagd als expert in het geven van opleidingen over het herkennen van geradicaliseerde gedetineerden. Overleg daarover is cruciaal om tips en ervaringen uit te wisselen.
E-learning
Onlangs bracht Minister van Justitie Koen Geens een bezoek aan de gevangenis van Mechelen. Daar kreeg hij toelichting hoe alle beambten de e-learning module zullen doorlopen om kenmerken van radicalisering te ontdekken. De module focust op het detecteren van drie verschillende vormen van radicalisering: extreem-religieuze beleving, extreem-rechts en extreem-links gedachtengoed.
Koen Geens: “Ik begrijp dat mensen zich vragen stellen wanneer iemand vrijkomt die gelinkt wordt aan terrorisme. Toch zou ik de mensen willen duidelijk maken dat we er alles aan doen in de gevangenissen om signalen van radicalisering op te vangen. In de basisopleiding voor nieuwe beambten komt dit sowieso aan bod. Maar de mensen die reeds in de gevangenissen werken kunnen nu ook oefenen via de e-learning module om zich goed te wapenen tegen radicalisering. Onze veiligheid is een taak van iedereen.”
De module focust achtereenvolgens op het herkennen van signalen van radicalisering, het proces zien van radicalisering en het kennen van het wettelijk kader rond radicalisering. Na deze educatieve fases bestaat de e-learning module verder uit oefeningen. De beambte kan zo zichzelf testen of hij of zij voldoende heeft geleerd om kenmerken van extremisme te herkennen. Dit is een goede manier om beambten te laten oefenen en sneller een opleiding te geven. Iedereen fysiek een les laten volgen zou 5 jaar in beslag nemen.
Naast deze e-learing module werden er andere opleidingen gegeven. De nieuw aangeworven beambten krijgen in de basisopleiding les over extremisme en radicalisering. Ondertussen genoten 456 beambten van deze opleiding, 70 beambten kregen een meer doorgedreven opleiding omdat zij tewerkgesteld worden in gespecialiseerde afdelingen. In Brugge kregen 51 beambten de opleiding radicalisering omdat zij werken op de afdeling algemeen individueel beveiligingsregime. Het is niet zo dat die afdeling specifiek bevolkt wordt door gedetineerden met een terroristisch profiel. Dit is wel mogelijk als zij een veiligheidsrisico inhouden voor personeel en anderen. Om die reden kregen deze beambten een opleiding.
Directeur-generaal van het gevangeniswezen Rudy Van de Voorde: “België speelt een voortrekkersrol in de bestrijding van geradicaliseerde gedetineerden. De e-module werd in België als eerste geïmplementeerd. Trainingsprogramma’s zijn getest door diverse personeelsgroepen binnen het Belgische gevangeniswezen en teruggekoppeld aan de partners in Europa.”
Coördinator Internationale projecten en woordvoerder van het DG EPI Kathleen Van De Vijver: “Dankzij de feedback van het terrein was het mogelijk om de trainingsprogramma’s te verfijnen waardoor deze specifieker en meer praktijkgericht werden. Dit toont het belang aan van internationale samenwerking binnen organisaties als EuroPris voor het Directoraat Generaal EPI.”
De e-learning module kwam tot stand met de hulp van Europese fondsen. Dit gaat over een bedrag van 379.000 euro uit het ‘Internal Security Fund’. Jaarlijks gaan er ook studiedagen of opleidingen door voor de directies, psychosociale diensten en islamconsulenten