De voorbije week werd ik verschillende keren verrast. Maar twee keer niet. De eerste keer niet toen de N-VA met haar veiligheidsprogramma opnieuw de noodtoestand als oplossing naar voor schoof. De tweede keer niet toen Donald Trump aankondigde dat hij de noodtoestand zou uitroepen om zijn Mexicaanse muur alsnog te kunnen bouwen. Smalend voegde hij eraan toe dat, als de noodtoestand werd aangevochten, hij zijn zaak misschien wel voor de gewone rechtbanken zou verliezen, maar dat hij hoopte ze voor het Hoogste Gerechtshof te winnen. De president voelt dus wel aan dat de kwestie van de Mexicaanse muur geen noodtoestand creëert. Maar zijn persoonlijke noden breken de wet. Benieuwd wat mevrouw Pelosi daarover straks aan premier Michel zal zeggen.
Wanneer een land in noodweer terechtkomt, dan heeft het de neiging om bepaalde machten tijdelijk aan de kant te schuiven om de uitvoerende macht snel de nodige maatregelen te laten nemen. In theorie kan zo bij het uitroepen van de noodtoestand een persoon worden aangehouden zonder het bevel van een onderzoeksrechter. Ook meningsvrijheid kan een overbodige luxe lijken tijdens een noodtoestand. Maar zo kunnen heel wat burgers met een afwijkende opinie monddood gemaakt worden. Iets waarvan de geschiedenis ons getoond heeft dat we mee moeten opletten.
De uitdrukking ‘war on terror’ is mede door die noodreflex ingeburgerd geraakt in de Verenigde Staten na de aanslagen van 9/11. In de nasleep van de aanslagen in Parijs herhaalde de Franse president dit sentiment: ‘Nous sommes en guerre.’ De metafoor voor beleidsvoering in de noodtoestand wordt dan die van de commander in chief. Een leider die, met nog meer autonomie, het kwaad zal overwinnen.
Maar tot wat dient een instelling als ze niet kan worden gehandhaafd op het moment dat er spanning en gevaar is? Moderne staten in het Westen zijn meestal sterk genoeg om noodweer te trotseren. Daarvoor is niet per sé een noodtoestand nodig. België heeft tot nog toe geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de noodtoestand uit te roepen. Wel hebben we onze veiligheidswetgeving performanter gemaakt voor en na de aanslagen van 22 maart 2016. Steeds met volledig respect voor de rechten van de mens.
Enkele feiten:
•veel strengere straffen op terrorisme met mogelijkheid tot vervallenverklaring van dubbele nationaliteit door de rechter,
•de beveiligingsperiode zodat een rechter de minimaal uit te zitten straf kan vastleggen,
•nachtelijke huiszoekingen bij terro,
•verlenging van de aanhoudingstermijn van 24 tot 48u,
•de slimme camerawet,
•de OCAD-databank tegen terreur,
•het deradicaliseringbeleid in de gevangenissen,
•de soms verplichte deling van het beroepsgeheim wanneer de veiligheid dat vergt,
•de betere opsporings- en inlichtingenmethodes, waaronder burgerinfiltratie en spijtoptanten.
Of het nu gaat om terrorisme of georganiseerde criminaliteit, bovenvermelde maatregelen zorgen ervoor dat gerechtelijke en bestuurlijke diensten efficiënter met elkaar kunnen samenwerken zodat inwoners beter beschermd worden. We zien trouwens dat mensen volgens de regels verhoren, arresteren en opsluiten loont. Er is geen land waar meer of sneller terroristen werden veroordeeld dan bij ons. Sinds januari 2015 zijn in België tot op heden 370 personen definitief veroordeeld voor terroristische misdrijven. Velen van hen bij verstek omdat ze nog in Syrië zitten of dood zijn. Indien ze nog leven, wordt bij aantreffen hun straf direct uitgevoerd.
Het beschermen van mensen is een collectieve verantwoordelijkheid. Een werk van redelijkheid dat nooit af is. Ik blijf vastberaden door- en samenwerken op nationaal en internationaal niveau. Zo zal de door mij gepromote verordening naar het model van de Amerikaanse Cloud Act weldra voorgesteld worden aan het Europees Parlement. Bij goedkeuring zullen onderzoeksrechters zich rechtstreeks tot Facebook, Twitter, Whatsapp e.a. kunnen richten om de identiteit van verzenders van terreurboodschappen te achterhalen.
Maar wat ik niet geloof is dat, als de redding bijna zoek is, de noodtoestand ons de beste bescherming biedt. We mogen mensen geen vals gevoel van veiligheid geven. We moeten werken aan échte veiligheid. De voorbije jaren heeft de noodtoestand geen aanslagen kunnen vermijden in Frankrijk. En bleek het makkelijker om hem in te voeren dan te beëindigen. Als de noodtoestand een soort evidentie wordt, dan zal de rechtsstaat herdoopt worden tot een luxepositie die men zich enkel in tijden van rust en vakantie kan veroorloven. Dan zal hij de redplank worden voor wanhopige presidenten en de rechtsstaat zonder meer opnieuw voor aap zetten.
Daar pas ik voor.
Lees hier mijn opinie »