Minister van Justitie Koen Geens stelde de brochure ‘Mensenhandel... wat te doen? Advies voor ziekenhuispersoneel’ voor op een BENELUX-conferentie. Hij zat er samen met de vertegenwoordigers van de BENELUX om in herinnering te brengen dat slachtoffers van mensenhandel geholpen moeten worden.
De spoeddiensten van ziekenhuizen zijn vaak de eerste die in contact komen met slachtoffers van mensenhandel. Als zij bij dat eerste contact de juiste informatie kunnen verspreiden en het slachtoffer garanderen dat er bescherming volgt in België zijn we al een hele stap in het proces om deze mensen op te vangen.
Wie in België slachtoffer wordt van mensenhandel wordt opgevangen door de erkende centra (Payoke, Pagasus, Surya), heeft recht op juridische begeleiding en krijgt een speciaal statuut. Vorig jaar kregen een 20-tal mensen die werden doorverwezen door een gezondheidswerker dat statuut. Dit cijfer kan omhoog, evenwel zijn veel slachtoffers erg bang van degene die hen uitbuit en weigerachtig om op het hulpaanbod in te gaan. Het is dan ook erg belangrijk dat wanneer een slachtoffer op zijn kwetsbaarst is, zoals bijvoorbeeld bij een opname in het ziekenhuis, deze mogelijkheden tot hulp aangeboden krijgt.
Ook slachtoffers van mensensmokkel kunnen een speciaal statuut krijgen. Bij beide fenomenen zijn de drempels erg hoog om in dit statuut in te stappen. Dit impliceert namelijk dat er met het gerecht moet samengewerkt worden om dit statuut te verkrijgen. Justitie focust zich op het oprollen van netwerken en dit gebeurt over de landsgrenzen heen. Deze week nog werd een zaak van het federaal parket, met internationale tentakels, ingeleid voor de correctionele rechtbank in Gent. In deze staan een tiental beklaagden terecht uit een onderzoek dat in 5 landen liep. Een 500-tal slachtoffers werden geïdentificeerd, waarvan een 100-tal in België. Ook deze slachtoffers kregen het aanbod van het federaal parket zich als slachtoffers van mensensmokkel in een speciaal statuut in te schrijven. Daarop ging vooralsnog geen enkel slachtoffer in. Dat toont aan dat het niet evident is deze zaken op te sporen en netwerken lam te leggen.
Slachtoffers vrezen heel vaak represailles voor hun eigen familie of vrienden.