De Ministerraad keurde vandaag de wettelijke regeling goed voor burgerinfiltranten die Minister van Justitie Geens voorbereidde. Deze regeling geeft de veiligheidsdiensten gevoelig meer armslag in de strijd tegen de georganiseerde misdaad en het terrorisme. De burgerinfiltratie is enkel mogelijk indien politionele infiltratie of andere onderzoekstechnieken onmogelijk zijn.
Op de themaministerraad ‘Justitie’ op 14 mei 2017 keurde de regering het principe goed. Minister Geens komt nu met een uitgewerkt voorstel. De burgerinfiltrant is volgens Geens immers nodig omdat de politie nu eenmaal niet in alle milieus kan infiltreren. De nieuwe BOM-maatregel (Bijzondere Opsporingsmethode) zal aan strikte voorwaarden, sterke waarborgen en een groot aantal sluitende controlemechanismen onderhevig zijn.
Enkel wanneer er geen andere manier is om het dossier te laten vooruitgaan, kan het federaal parket toestemming geven om een burgerinfiltrant aan te stellen. De burgerinfiltrant moet meerderjarig, betrouwbaar en geloofwaardig zijn en zal zeer goed gescreend worden. Ook gedurende de infiltratie wordt de burgerinfiltrant continu gecontroleerd. Hij of zij kan enkel ingezet worden mits toestemming van het openbaar ministerie en mits doorlopende controle van een rechter.
Bijzonder is dat de burgerinfiltranten zelf ook ‘minder belangrijke misdrijven’ zullen mogen plegen, zoals chauffeur zijn voor criminelen of een auto of flat voor hen huren. Dit kan enkel na voorafgaandelijke goedkeuring van het Openbaar Ministerie en onder doorlopende controle van de politie en de rechtbank. Wanneer de burgerinfiltrant de lijn die opgesteld werd door het OM niet respecteert, zal hij of zij hiervoor dezelfde straf krijgen als iemand die geen infiltrant is.
Een burgerinfiltrant kan, net zoals nu het geval bij bedreigde getuigen, bescherming krijgen wanneer zijn veiligheid bedreigd is.
Geens: ‘Bij pakweg de maffia of in terroristische cellen stoot je dan op limieten, bijvoorbeeld omdat politieambtenaren een bepaald dialect niet machtig zijn of omdat derden in het gesloten milieu erg gewantrouwd worden. Om een antwoord te bieden op de beperkingen van de informantenwerking en politionele infiltranten is het nodig om deze nieuwe bijzondere opsporingsmethode ‘burgerinfiltratie’ in te voeren zodat er onder een strikte omkadering en controle verder gewerkt kan worden in een dossier van terrorisme of georganiseerde criminaliteit.’