Sedert 2007 maken we drie crisissen mee, eerst de financiële shock, dan de veiligheidscrisis, nu de crisis van de democratie zelf. Een crisis komt zelden onverwacht. Nadien kon zelfs een kind ze zien aankomen. Maar men kent de mythe van Cassandra. Zo mooi dat Apollo, om met haar de liefde te kunnen bedrijven, haar de gave schonk om de toekomst te voorspellen, weigerde ze de daad bij het woord te voegen. Haar straf was dat niemand ooit haar voorspellingen zou geloven. Zo voorspelde ze dat het paard van Troje onheil betekende. Het heeft niet mogen baten.
Het populisme vindt zijn oorsprong in de wat respectloze manier waarop sommigen met de eigen democratie omgaan. Steeds voeg ik toe dat ik niemand een steen werp, en dat ieder voor zichzelf moet uitmaken of hij of zij beter kan doen. Voorbeelden geven schuw ik, want waar ik ze gaf kreeg ik lik op stuk. Zei ik dat de Clintons en de Bush-familie toch al een poosje meegingen, en zo Trump in de hand werkten, dan antwoordde men dat er in België oook dynastieën waren. Zei ik dat Cameron, Johnson en May niet altijd de politieke slimheid hadden die hun “stijve bovenlip”-Engels liet vermoeden, dan zei men dat Europa toch ook geen voorbeeld was van goed bestuur. En zei ik dat Macron weliswaar geluk had gehad door de goede timing van Le Canard Enchainé en de vijandschap tussen Sarkozy en Juppé zodat deze laatste niet kon overnemen van Fillon, maar dat de drie laatsten toch onoorbare dingen hadden gedaan, dan zei men dat iedereen in Frankrijk in hetzelfde bedje ziek was.
Hoe remedieer je aan een crisis? Door ze niet te laten overwaaien zonder adequate hervorming: “Never waste a good crisis”.
Ik mocht als Minister van Financiën zowel op Europees als op Belgisch vlak tal van nieuwe maatregelen nemen om tegemoet te komen aan de banken- en schuldencrisis. Ik ben bijzonder fier op de vier bankwetten die de Koning op het einde van mijn mandaat tekende op 25 april 2014.
Als Minister van Justitie mocht ik talloze wetten voorbereiden en laten stemmen om de terreur en de onveiligheid beter te kunnen bestrijden.
Ik heb op het eerste gezicht geen bevoegdheid in verband met de crisis van de democratie, datgene wat men graailand is gaan noemen, en de nieuwe politieke cultuur. Ik zal dus voorzichtig zijn.
Wat mij in elke gemeenschap opvalt, is dat ze liever zelf de misgelopen zaken aanpakt, dan zich de les te laten lezen. Hoe dikwijls heb ik niet gehoord dat de politiek zich niet moest moeien met een bepaalde hervorming, omdat de zgn. stakeholders zelf beter wisten wat er moest gebeuren dan de politiek. Zelfregulering is in die context een veel gebruikt woord: wat we zelf doen, kunnen we beter doen, is dan het motto. De politici zijn daar soms enthousiast over, omdat ze beseffen dat de overheid niet alle expertise heeft, of omdat de zelf-oefening ook meer zelf-reinigend is. Maar soms is de politiek ook niet enthousiast over de auto-regulering. Morgen wordt het dus belangrijk om te beslissen of de politiek de nieuwe governance die ze zoekt, helemaal alleen uitvaardigt, verschillend van Gewest tot Gewest. Waarbij de ervaring van nieuwe governance pogingen in andere omgevingen één ding leert: als je het zelf niet kan van de eerste keer, word je de volgende maal op de vingers gekeken.