De aanslagen in Brussel en Parijs en het soms polariserende klimaat die deze tot gevolg hadden, toonde het belang aan van een permanente dialoog tussen de verschillende religies en levensbeschouwingen met de burgers en de autoriteiten. “Enkel door met elkaar in gesprek te gaan, komen we tot een samenleving waarin iedereen zich betrokken voelt”, aldus Minister van Justitie Koen Geens.
Op 20 april vorig jaar schaarde de federale regering zich reeds achter een gemeenschappelijke verklaring met de erkende erediensten en de vrijzinnigen waarin de samenwerking tot dialoog en overleg werd vastgelegd. Hierbij wordt de onafhankelijkheid van de erediensten en de niet-confessionele levensbeschouwingen benadrukt en strijdt men samen tegen elke vorm van geweld.
De Minister van Justitie werd door de Ministerraad gevraagd om een permanent overlegorgaan tussen de burgerlijke overheden, de representatieve organen van de erkende erediensten en de erkende niet-confessionele levensbeschouwelijke organisaties op te richten en een voorstel hiertoe voor te leggen aan de ministerraad. In overleg met het kabinet van de premier werd daartoe een protocolakkoord uitgewerkt. Twee keer per jaar zullen de verschillende vertegenwoordigers rond de tafel zitten met de Eerste Minister en de Minister van Justitie om de publieke en interconfessionele dialoog te stimuleren. De raad kan vanzelfsprekend ook in crisissituaties bijeengeroepen worden.
Charles Michel, Premier: “Het is belangrijk om de permanente dialoog te stimuleren tussen de vertegenwoordigers van de erkende diensten, van de vrijzinnigen en van de federale staat om het voortbestaan van onze fundamentele waarden, de rechten van de mens, te vrijwaren en te garanderen. Reeds in 2015 en 2016 zaten we met de erediensten en vrijzinnigen rond de tafel. Het protocol dat de permanente dialoog bevordert is een continuüm, een sterk signaal voor een samenleving van vertrouwen en vrijheid die gebaseerd is op deze waarden.”
Koen Geens, Minister van Justitie: “Het is belangrijk om verschillende religies en levensbeschouwingen samen te brengen, enkel zo zullen we elkaar verstaan. We moeten de polarisatie overstijgen en mensen samenbrengen in plaats van te verdelen en tegen elkaar op te zetten. De oprichting van dit dialoogorgaan biedt de nodige structuur die we dan ook voluit moeten benutten.”