Een wetsontwerp van staatssecretaris voor Gelijke Kansen Zuhal Demir (N-VA) en minister van Justitie Koen Geens (CD&V) schrapt de medische voorwaarden voor een verandering van de geslachtsregistratie bij de burgerlijke stand.

Vandaag moeten transgenders zich laten steriliseren en een geslachtsoperatie ondergaan. Ze moeten ook een attest kunnen voorleggen van een arts die verklaart dat de veranderde genderidentiteit een onomkeerbaar feit is. Aan die voorwaarden komt nu een einde.

In strijd met mensenrechten

Çavaria, de koepel van Vlaamse en Brusselse holebi- en transgenderverenigingen, vindt het voorstel een stap in de goede richting. 'Medische voorwaarden koppelen aan de geslachtsregistratie is in strijd met de mensenrechten. Met enkele aanpassingen kan deze wet zelfs de meest vooruitstrevende van Europa worden', zegt woordvoerder Jeroen Borghs. 'Ook 16- en 17-jarigen kunnen hun registratie veranderen, maar zij moeten nog altijd een attest van een jeugdpsychiater hebben. Een veranderde genderidentiteit wordt op die manier opnieuw behandeld als een medisch probleem.'

Het nieuwe wetsontwerp voorziet ook in maatregelen om fraude en lichtzinnige beslissingen te vermijden. Wie een tweede maal zijn of haar registratie wil wijzigen, moet daarvoor de goedkeuring krijgen van de familierechtbank. Ook deze maatregel doet volgens Çavaria afbreuk aan de autonomie van transgenders. De koepel ziet de maatregel liever verdwijnen uit het wetsontwerp omdat hij het veranderende aspect van gender ontkent. 'Genderidentiteit is geen vaststaand feit. Wie zich vandaag man voelt, kan zich op een later moment misschien eerder vrouw voelen. Sommige mensen voelen zich zowel man als vrouw, andere dan weer geen van beide. Maar de enige die dat met zekerheid kan zeggen, is de persoon zelf.'

De nieuwe wet zou wel een oplossing zijn voor mensen die geen (volledige) lichamelijke transformatie willen of kunnen ondergaan. Nu hebben zij niet de kans om het geslacht op hun registratie aan te passen aan hun identiteit. Met de nieuwe wet zal dat wel kunnen.

Heidi Schoups