Op vraag van Minister van Justitie Koen Geens keurde de Ministerraad vandaag een voorontwerp van wet goed die de wapenwet hervormt. Het voorontwerp voorziet een nieuwe regularisatieperiode voor niet-vergunde vuurwapens, waardoor de overheid meer zicht zal krijgen op het wapenbezit van particulieren. De nieuwe wetgeving is ook beter afgestemd op de realiteit.
Om controle te krijgen op het aantal vuurwapens die in het bezit zijn van particulieren, voorziet dit voorontwerp dat particulieren enkele maanden de tijd krijgen om de vuurwapens aan te geven die ze bezitten zonder de vereiste vergunning. In ruil voor immuniteit voor strafvervolging, kunnen ze dan alsnog een vergunning aanvragen voor die wapens, ze afstaan aan de politie, verkopen of laten neutraliseren. In het verleden werd al een dergelijke regularisatieperiode georganiseerd. Ondanks het succes daarvan, circuleren er naar schatting nog steeds tienduizenden onbekende vuurwapens in ons land. Particulieren die dergelijke wapens bezitten, krijgen nu een allerlaatste kans om zich in orde te stellen met de wet. Als ze dit weigeren, en betrapt worden, riskeren ze een gevangenisstraf van 1 maand tot 5 jaar en/of een geldboete van 100 tot 25.000 euro. De regularisatieperiode zal ingaan op 1 januari 2018. Ze is niet van toepassing op vuurwapens die verboden zijn.
De aangifte van een wapen is zeer belangrijk voor de overheid om op de hoogte te zijn van wie een vuurwapen heeft. Zo is het bijvoorbeeld nodig voor de veiligheidsdiensten om bij een huiszoeking te weten of de bewoners een wapen bezitten om hier gepast op te reageren.
Vandaag zijn er 458.215 vuurwapens legaal in handen van particulieren.
De wapenwet wordt met dit ontwerp verstrengd. Iemand die een misdrijf heeft gepleegd, binnen de lijst van opgenomen misdrijven, kan nooit een wapenvergunning krijgen of erkend worden als wapenhandelaar. De lijst met misdrijven wordt nu uitgebreid met bepaalde terroristische misdrijven, maar ook met de Gewestelijke verbodsbepalingen m.b.t. de import en export van wapens.
Misdrijven die op de lijst staan maar waarvoor slechts een lichte straf werd opgelegd, leiden daarentegen niet meer automatisch tot de onmogelijkheid een vergunning te krijgen (of te behouden) of erkend te worden. Zo is het in de praktijk immers niet logisch om iemand te verbieden om nog te jagen wanneer hij één keer op een verkeerd soort eend heeft geschoten. De overheid zal wel nog steeds kunnen ingrijpen als een aanvrager een gevaar betekent voor de openbare orde.
Daarnaast komen er ook nieuwe regels voor het uitlenen van vuurwapens. Zo moet je aangifte doen bij de overheid, met registratie in het Centraal Wapenregister, wanneer je een vuurwapen leent voor langer dan een maand. Voorts worden de veiligheidsvoorwaarden voor het vervoeren van vuurwapens herzien bij Koninklijk Besluit, om ze meer in lijn te brengen met de praktijk.
Koen Geens: “Wapens moeten zo veel mogelijk uit het illegale circuit worden gehaald. Met dit voorontwerp voeren we dan ook een nieuwe regularisatieperiode in om meer transparantie te krijgen over de aanwezigheid van vergunningsplichtige wapens. Om de wetgeving aan te passen aan de praktijk en bepaalde regels te verduidelijken, hebben we uitvoerig overleg gepleegd met belangengroepen zoals jagersverenigingen.”