Minister van Justitie Koen Geens blikt bij Christel even terug op de aanslagen in Brussel, bijna een jaar geleden. Zijn conclusie is kort maar krachtig: "We hebben gefaald, ik dus ook."
Geens beschrijft de extra moeilijkheid die een overheid ondervindt bij slachtoffers van aanslagen: "Ze zijn het slachtoffer van een aanslag die eigenlijk gericht is op de staat, op Europa, op de Verenigde Staten. Ze voelen dat aan als een enorm onrecht. Het is heel moeilijk om daar als overheid correct op te reageren."
Tijd heelt niet alle wonden
Ministers worden niet geacht om zelf contact op te nemen met slachtoffers, legt Geens daarop uit. Een systeem waar hij vraagtekens bij plaatst. En tijd is niet altijd helend, heeft hij gemerkt. "Na twee maanden, tijdens de viering bij de koning, waren er heel wat mensen beter aan toe dan nu."
Dit is deels gevolg van het aanslepen van de praktische afhandeling voor de slachtoffers. Geens merkt op dat hij hoopt dat we de lessen die uit deze zaak getrokken kunnen worden, nooit zullen nodig hebben, maar dat de overheid wel geleerd heeft op welke vlakken ze beter kunnen reageren: "Op het vlak van empathie van de overheid naar de slachtoffers, op het vlak van de financiële compensatie samen met de verzekeraars..."
Alles kan beter
De werking van het slachtofferfonds kan beter, aldus Geens: "Dat heeft vrij behoorlijk gefunctioneerd. Maar het fonds zegt ook dat ze pas uitbetalen als ze weten wat de verzekeraar zal geven. Daar heeft een slachtoffer in zo'n geval natuurlijk geen boodschap aan. Een staat kan in een geval als dit meer doen."
Ecoutez l'interview »