JUSTITIEMINISTER KOEN GEENS (CD&V), HERVORMER IN WOELIG WATER
"Je herstelt vertrouwen niet door te tweeten"
Donderdag 18 uur. Het is stil op het kabinet Justitie, maar schijn bedriegt. Geen minister in deze regering die in zo'n tempo wetteksten uitspuwt als Geens. Na amper twee jaar is zijn plan voor de modernisering van justitie door het parlement. Nu begint hij met het herschrijven van onze basiswetgeving, die nog dateert van Napoleon. "Decennialang hebben we niet naar ons recht omgekeken. Niet omdat het zo goed was, maar omdat we met sociale zekerheid en federalisme bezig waren. Op vlak van modern straf-, erf- en vennootschapsrecht staan onze buurlanden veel verder. Het is tijd dat we onze achterstand inhalen." Net op het moment dat de CD&V'er aan zijn betoog begint, loopt er een tweet binnen waarin N-VA rechters wereldvreemd noemt. Geens is geërgerd. "Ik probeer het verschil te maken door op lange termijn te werken en niet met polariserende debatjes."
Rechters wereldvreemd noemen: mag dat?
"Ik denk dat er goeie en minder goeie rechters zijn, zoals dat ook voor politici geldt. Maar in een concreet geval heeft een rechter altijd gelijk, tot een hogere rechter hem ongelijk geeft. Het enige wat wij politici kunnen doen, is de wet veranderen als we het oneens zijn."
Dus Theo Francken moet het Syrische gezin een visum uitreiken en zwijgen?
"Wel, ik denk dat Theo het met mij eens is dat we in een rechtsstaat leven. En dus moet je óf het visum verlenen, óf de boete betalen. Maar deze zaak is niet uitgeput. Er komen nog twee cassaties aan en ik acht de kans reëel dat de regering daarin wint. Dat moet je uitleggen in plaats van spelletjes te spelen. Maar dat klinkt uiteraard niet zo goed."
Wordt u daar niet nijdig van, hoe N-VA voortdurend uw winkel zwartmaakt?
"Maar de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen is niet mijn winkel. Die valt onder Binnenlandse Zaken. Niettemin is het voor mij simpel: de overheid moet zich gedragen zoals ze van de burgers verwacht. Wij verwachten dat mensen de verplichtingen van wet of rechter nakomen, dus moeten we het zelf ook doen."
Werkt u nog van harte samen met N-VA of is het met de wasknijper op de neus?
"Echt waar: in de regering is de samenwerking uitstekend. Maar de communicatie van die partij is soms zeer polariserend. We kunnen dat nog een tijd volhouden, maar ik denk niet dat de samenleving daar wel bij vaart. U zal vaststellen dat ik daar niet aan meedoe."
U neemt vooral beslissingen die weinig populair zijn. Neem nu de hervorming van de wet-Lejeune. Bij een eerste veroordeling zullen gevangenen niet meer vrijkomen na één derde van hun straf, maar na de helft. Maar voor recidivisten wordt dat hetzelfde, terwijl ze nu minimaal twee derde moeten uitzitten. Hoe legt u dat uit?
"Omdat ik wil dat gevangenissen in de toekomst betere 'producten' afleveren dan vandaag. Het doel van een celstraf is niet alleen vergelding, maar ook heropvoeding - en daar knelt het schoentje bij ons. Wie een eerste keer veroordeeld is, doet vaak niet veel meer celtijd dan zijn voorhechtenis. En daar gebeurt er niet veel. De eerste straf naar de helft brengen, is nodig om de mensen tijd te geven om iets bij te leren in de gevangenis, om te werken bijvoorbeeld. Wie in herhaling valt, krijgt van de rechter sowieso al een twee keer zo lange straf. En nogal vaak ervaren we dat mensen dan hun motivatie verliezen om weer op het rechte pad te raken, en zelfs niet meer geïnteresseerd zijn in voorwaardelijke vrijlating. Au fond betekent dit dat ze geen zin meer hebben om een beter mens te worden."
Voorwaardelijke vrijlating is iets wat er nog moeilijk ingaat bij vele mensen.
"Dat weet ik, maar ik sta er 100% achter. Het voordeel is dat je iemand kan opvolgen en zien of zijn herintegratie in de samenleving goed verloopt. Liever iemand na de helft van zijn termijn onder begeleiding buitenlaten, dan na het einde van zijn straf onbegeleid en ongemotiveerd. Als de verbittering toeslaat, ben je nog weinig met iemand. In Nederland werkt men heel hard aan heropvoeding en is de recidive maar half zo hoog. Ze moeten zelfs gevangenissen verkópen. Daar wil ik ook naartoe. Mensen een nieuwe kans geven, zelfs nadat ze twee keer hebben gefaald: daar is niks verkeerd mee."
Zoals die Marokkaanse verkrachter die weer toesloeg nadat hij vervroegd was vrijgekomen.
"Neen. Ik heb me daarvoor geëxcuseerd, omdat ik van oordeel ben dat ons systeem in dat geval niet goed gefunctioneerd heeft. Er was een oude omzendbrief die bepaalde dat alleen verkrachters van minderjarigen niet vervroegd konden vrijkomen. Dat was niet goed en daarom zal ik dit nu ook laten gelden voor zedenmisdrijven op meerderjarigen."
Nog meer onbegrip: dat het parket drie jaar vordert voor de doodrijder van Merel (12).
"Het zijn natuurlijk politierechters die beslissen welke straffen er worden opgelegd. Ik denk dat zij dat zeer gewetensvol doen, met begrip voor slachtoffer en dader. Maar ik zeg u: verkrachtingen en verongelukte kinderen, dat zijn voor mij de pijnlijkste dagen."
Waarom?
"Omdat ik daar geen verhaal tegen heb. Het is gebeurd, het is altijd iemands fout, men zoekt een verantwoordelijke en men komt automatisch bij de minister terecht. Mocht het met één van mijn kleinkinderen gebeuren, ik zou waarschijnlijk ook zo reageren."
U heeft in uw twee jaar op dit departement al titanenwerk verricht, maar de focus staat in justitie vaak op dingen die slecht lopen en woede opwekken. Frustreert dat?
"Ik kan daar vrij goed tegen. Maar ik ben niet blind voor de redenen waarom er vandaag polarisering en populisme zijn in de samenleving. Er is een grote vorm van bestaansangst. Mensen vrezen dat het morgen minder goed zal gaan dan vandaag. Je kan dan mee op de golven surfen, of je kan de mensen uitleggen waarom ze niet angstig hoeven te zijn, en vooral hard werken om de dingen die slecht lopen, beter te doen draaien. Bij justitie is een aantal dingen lange tijd niet goed gegaan. Daarom werk ik aan meer rechtszekerheid en meer efficiëntie. Onder meer in verkeer zetten we grote stappen. Begin volgend jaar kom ik met zware strafverhogingen voor recidivisten op vlak van intoxicatie en rijden zonder rijbewijs of verzekering. Het wordt moeilijker om te ontsnappen aan boetes. En wie zijn boete niet betaalt, krijgt voortaan al na twee keer een betalingsbevel. Dat spaart heel wat processen uit."
Over dat laatste hoor ik advocaten zeggen dat u aan hun broodwinning zit.
"Wat ik gedaan heb, is de overconsumptie van het gerecht aanpakken door minder verzet, verstek en procedureslagen mogelijk te maken, enzovoort. Maar au fond denk ik dat mensen voor de belangrijke juridische momenten in hun leven te weinig beroep doen op advocaten, omdat ze denken dat ze zich blauw gaan betalen. Daarom kom ik met een fiscaal aantrekkelijke rechtsbijstandsverzekering, die goed zal zijn voor advocaten."
Vreest u met al die weerstand niet dat u de zoveelste wordt die zijn tanden stukbijt op dit conservatieve bastion?
"O nee, weerstand motiveert mij zelfs om nog harder door te werken."
De voorbije weken was het weer prijs. Assisenpleiter Johan Platteau haalde hard uit. En rechter Michel Jordens vreest voor slechtere uitspraken door complexe moordzaken voor correctionele kamers te brengen.
"Maar assisen wórdt niet afgeschaft, dat heb ik nooit gezegd. De verwijsrechters beslissen of een zaak voor assisen of de correctionele rechtbank komt. Ik heb ook altijd gezegd dat er voor passionele moorden geen probleem is, wel voor terrorisme en georganiseerde misdaad, waar juryleden geïntimideerd kunnen worden. Daarom komen er bij de correctionele rechtbanken criminele kamers, waar er open bewijsvoering zal zijn en waar er ook lekenrechters zullen zetelen."
Maar wat is dan het verschil?
"Dat er beroep mogelijk wordt en dat er hoofdzakelijk beroepsrechters zetelen. Complexe criminaliteit vraagt een professionalisering van het proces."
De kasteelmoord is ook complex. Net daarom wil de raadkamer de zaak voor assisen. Dat lijkt toch allemaal heel flou?
"Nogmaals, ik heb veel vertrouwen in rechters. Zij krijgen van de wetgever marge om te beslissen en ze moeten die gebruiken om verstandig beleid te voeren. Altijd opnieuw zal je zien dat ik rechters eerder méér verantwoordelijkheid probeer te geven dan mínder. Moet een proces bijvoorbeeld nietig verklaard worden als een aanhoudingsbevel niet is ondertekend? Dat is nu aan de rechter, dat moet de wetgever niet dicteren."
Dat die vrijheid soms leidt tot totaal verschillende uitspraken, geeft mensen een gevoel van ongelijkheid.
"Terecht voelen wij gelijkheid als steeds belangrijker aan. Maar je kan dat zo ver doordrijven dat je geen rechters meer nodig hebt, maar mensen die vakjes afvinken. Ik wil dat niet. De ene zaak is de andere niet. Als een rechter zijn beslissingen goed motiveert, kan dat geen probleem zijn."
Hoe kijkt u terug op de zaak-Wesphael? Zonder onderzoek ter zitting was volgens velen nooit aan het licht gekomen hoe selectief politie en parket te werk gegaan zijn.
"Ik kan dat niet geloven. Ik weet dat assisenpleiters van mij denken dat ik een wereldvreemd zakenadvocaatje ben, maar ik heb heel veel strafzaken gepleit, onder andere samen met Piet Van Eeckhaut. Geloof me: goeie advocaten en rechters hadden de tegenstrijdigheden in dat strafdossier altijd opgemerkt."
Is het moeilijk voor u om genuanceerd te blijven in een wereld waar de spierballen steeds forser moeten rollen?
"Voor mezelf niet, maar ik besef dat een oneliner of tweet het bij velen beter doet dan een kwartier spreken. De uitdaging ligt erin geloofwaardig te blijven. Ik blijf geloven dat je ook vandaag nog op een ernstige manier aan politiek kan doen. En ik denk dat de mensen verstandig genoeg zijn om te zien wie serieus werkt."
DIETER DUJARDIN