"De Verenigde Staten hadden na de Patriot Act een Freedom Act nodig om hun vrijheid te herstellen." Zo reageert Open Vld-voorzitter Gwendolyn Rutten op het voorstel dat Bart De Wever in onze weekendkrant lanceerde. "Wie veiligheid boven vrijheid stelt verdient geen van beiden", vult Vlaams minister Bart Tommelein (Open Vld) aan.
Burgemeesters, politie en staatsveiligheid moeten makkelijker informatie kunnen inwinnen en preventief kunnen optreden, vindt Bart De Wever. In een weekendinterview met deze krant zei hij werk te willen maken van een Patriot Act naar Amerikaans voorbeeld. "Het is toch te gek dat ik enkel kan optreden nadat er strafrechtelijke feiten zijn gepleegd, terwijl ik weet waar de geradicaliseerde jongeren zitten. Ik kan geen verdachte huizen sluiten, ik mag geen gsm's laten afluisteren of iemand preventief laten aanhouden. Met een gewapend bestuur kan dat wel", aldus de N-VA-voorzitter en burgemeester van Antwerpen.
Gwendolyn Rutten vindt dat een democratie op haar strepen moet staan, maar met respect voor de vrijheid en zonder zichzelf te verloochenen. Ze wijst daarom op de Freedom Act die een jaar geleden werd gestemd in de VS. Daarin werden de activiteiten van het National Security Agency (NSA) weer aan banden gelegd. Het agentschap had na 11 september 2011 ruime bevoegdheden gekregen om de veiligheid van het land te waarborgen, waarna het met een massale inzameling van telefoon- en internetgegevens begon. "Wie stelt dat we moeten kiezen tussen veiligheid en vrijheid creëert een vals dilemma", zegt Rutten. “Ik pleit voor proportionaliteit, democratische controle en tijdelijkheid. Het debat moet worden gevoerd in het parlement en in de onderzoekscommissie die werd opgericht na de aanslagen.”
Geens reageert ook
Ook minister van Justitie Koen Geens (CD&V) kroop in zijn pen na het voorstel van Dewever. “Onder het motto naar de angsten van de mensen te luisteren, zou men die angsten - zij het ongewild - kunnen aanwakkeren. Is de angst van de bevolking begrijpelijk en concreet, dan blijft ze voor de bewindslieden een slechte raadgever.” (b)