Het is zeker "denkbaar" om opschorting van straf niet langer mogelijk te maken bij verkrachtingszaken. Dat zegt minister van Justitie Koen Geens (CD&V) in "De zevende dag". Hij benadrukt wel dat hij niet alleen is en dat het debat zal worden gevoerd in de parlementaire commissie Justitie.
De zaak van de Gentse radiopresentator die schuldig werd bevonden aan verkrachting, maar toch de opschorting van straf kreeg, heeft deze week heel wat commotie veroorzaakt. De rechtbank in Gent oordeelde namelijk dat het "niet om een brutale verkrachting" ging en dat de man de signalen van het slachtoffer verkeerd interpreteerde. Een uitspraak die niet in goede aarde viel, onder meer bij de Vrouwenraad.
Echt uitzonderlijk is de uitspraak echter niet, zo blijkt uit cijfers die "De zevende dag" analyseerde. Van de 481 veroordelingen in verkrachtingszaken in 2013 kregen 13 opschorting van straf, zo'n 2,7 procent.
Beleidsmarge aanpassen
"De rechter is vrij en moet zich in verbinding stellen met het waardepatroon van de samenleving. Zij die denken dat ik mij daarin wil moeien, vergissen zich", stelt Geens, die er meteen aan toevoegt zich niet te willen uitspreken over de bewuste zaak. "Zo'n uitspraak gebeurt in eer en geweten, maar het is geen vogelpik. Ook niet in dit geval."
De minister geeft wel toe dat de politiek de beleidsmarge kan aanpassen en dus kan bepalen welke straffen mogelijk zijn. "Wij hebben de werkstraf voor verkrachtingszaken al afgeschaft en het lijkt mij ook denkbaar om in die gevallen ook de opschorting van straf niet meer toe te laten. Maar dan moeten we dat ook voor andere misdrijven doen. Ik ga dat niet alleen voorstellen vandaag, we moeten dat bespreken in de commissie Justitie."
Regardez le fragment »