Op 15 januari 2015 houdt de federale politie haar grootste antiterreuractie ooit. Twee terroristen komen om. Wie hen doodde wordt uiteraard nooit vrijgegeven, maar iedereen die het strafdossier kan inzien - bijvoorbeeld door zich burgerlijke partij te stellen - kan makkelijk de identiteit van de leden van de Speciale Eenheden achterhalen. 'Door hun beperkte aantal zijn zij eenvoudig identificeerbaar en derhalve een makkelijker doelwit voor het criminele milieu of de risicogroeperingen waartegen ze worden ingezet', aldus de toelichting bij een nieuw wetsontwerp van het kabinet-Geens dat vandaag in de interkabinettenwerkgroep voorligt.
Met dat wetsontwerp wil minister van Justitie Koen Geens (CD&V) de anonimiteit van politiemensen die tussenkomen in zware dossiers waarborgen. 'Zowel ten aanzien van de procespartijen als ten aanzien van het publiek', luidt het.
Concreet: de persoonsgegevens (naam, voornaam, datum, dienstadres) van de politieambtenaar worden vervangen door een 'beschermingscode', en in visuele en fysieke contacten met de verdachte worden beschermingsmaatregelen genomen.
Intimidatie en geweld
Om welke misdrijven gaat het? Terrorisme uiteraard, maar ook bendevorming met het oog op zware misdrijven of het runnen van een criminele organisatie, wanneer er een 'redelijk vermoeden' bestaat dat de bende gebruikmaakt van intimidatie, bedreiging of geweld. Dat is vaak het geval in grote drugs- en/of maffiadossiers zoals de zaak-Aquino, of bij extreem gewelddadige misdrijven gepleegd door bendes zoals de Hells Angels. Maar evengoed kan de anonimiteit ingeroepen worden in grote fraudedossiers waarbij boekhouders revanche vrezen.
Op initiatief van Geens zelf zijn ook de zogeheten 'CALog-personeelsleden', die tot de administratieve en logistieke kaders behoren, toegevoegd aan het wetsontwerp. 'Zij moeten hier eveneens van kunnen genieten als ze aan het onderzoek of aan de interventie deelnemen in hun hoedanigheid van boekhouder, ICT-specialist, islamoloog, enzovoort', aldus de toelichting.
Het wetsontwerp komt tegemoet aan een vraag van de politie zelf. Aan de basis ervan liggen concrete gevallen van agenten die werden bedreigd of bedreigingen voor hun familie ontvingen.