Chers amis,
Je ressens votre accueil si chaleureux comme un très grand honneur. En effet, je suis très attaché à la compétence des cultes et des convictions philosophiques qui appartient au Ministre de la Justice dans notre pays, parce qu’elle me donne la possibilité d’apprendre à mieux connaître chacune des communautés, en l’espèce celle des Juifs en Belgique.
J’aimerais donc tout d’abord remercier toute votre communauté en la personne de Monsieur Markiewicz et je tiens à répéter son message : Restons avant tout des citoyens ouverts, tolérants et respectueux de l’autre.
Beste Vrienden,
Ons continent, ons land en in het bijzonder deze stad beleven woelige tijden. Men poogt onze ‘Wij en zij’-denken op te dringen. Onze plicht noodzaakt ons de veiligheid van onze burgers zo goed mogelijk te waarborgen. Maar evenzeer bestaat onze plicht erin wantrouwen tegen te gaan en in het bijzonder onze samenleving te beschermen tegen het gif van onverdraagzaamheid, haat en fanatisme.
Mais pourquoi donc l'Occident devrait-il se montrer tolérant à l’égard des musulmans, alors que des citoyens innocents trouvent la mort dans des cafés, des salles de concert et des terrasses, en train de célébrer la vie elle-même ?
Parce que les musulmans croient fermement dans la paix et l'unité et ne sont pas les seuls à porter une croix d’extrémisme? Parce que les musulmans belges sont des Belges, tout comme les catholiques belges, les juifs belges ou les non croyants belges ? Ou parce que les musulmans sont enclins, peut-être plus vite que d'autres, à céder leur place dans le bus à des personnes âgées ?
Bien sûr, ce sont toutes, l’une comme l’autre, des raisons potentielles, mais elles sont aussi hors de propos. La vraie raison de la tolérance réciproque est bien plus simple: parce que nous sommes tous des êtres humains. Parce que les musulmans, comme tout un chacun, détestent le terrorisme et l’angoisse, et en sont même doublement touchés. Parce que les musulmans ne sont pas des terroristes et parce que l'Islam, à l’instar du christianisme ou du judaïsme, n'est pas diabolique mais est porteur, au fond de lui, d’un message d'amour et de respect.
Vrijheid moet in het persoonlijke doen en laten gelden als een vanzelfsprekendheid. Op tolerantie mag niet, zoals nu bon ton is, als op zwakheid en toegeeflijkheid worden neergekeken. Ze moet, vandaag meer dan ooit, als een krachtbron van ethisch handelen worden aangezien.
Onze tijd leeft veel te snel om een goed geheugen te hebben. Vergeten we toch niet dat Europa eertijds -vooraleer het massa-ideologieën onder zijn ogen heeft zien groeien en verspreiden zoals het fascisme in Italië, het bolsjewisme in Rusland en bovenal die oerpest, het nationaal-socialisme- net zoals nu het Midden Oosten, verscheurd werd door godsdienstoorlogen en religieus fundamentalisme. Het zijn de lessen uit die twee opeenvolgende golven, het religieus fundamentalisme enerzijds, het ideologisch fundamentalisme anderzijds, die een stuk van onze identiteit uitmaken: het ‘nooit meer’, in aanvankelijk wederkerige, en uiteindelijke gezamenlijke tolerantie. Tolerantie veronderstelt identiteit, van degene die tolereert, en van degene die wordt getolereerd, en het westen doet er goed aan zijn identiteit altijd opnieuw, vreedzaam, te bevragen en te herbevestigen.
Als het gaat om onze essentiële waarden - het geloof in de democratie, de rechtsstaat , de mensenrechten, en de scheiding van Kerk&Staat–dan is het daar waar we samen komen, dan is het dat wat we gemeenschappelijk hebben. Daar creëren we collectivieve identiteit.
Het recht om anders te zijn, tegenover de plicht om te begrijpen. De plicht om te integreren, tegenover het recht op respect van de traditie. Dat is wat ons deelgenoten maakt. En noch racisme noch extremisten zullen worden toegestaan om dit te vernietigen.
Er moet natuurlijk gedebatteerd worden over de regels voor veiligheid en vrijheid - wat ze zouden moeten zijn en hoe moeten ze worden toegepast. Maar er is bij ons geen enkele wil om een dergelijk debatte veranderen in een aanval - expliciet of impliciet - op moslims. Integendeel, wij erkennen de buitengewone bijdrage die mensen uit alle godsdiensten en nationaliteiten hebben geleverd aan onze samenleving. Wij zijn een natie die leeft van en voordeel heeft bij de open wereld van vandaag. En we beschermen deze openheid door ze volop te verdedigen.
J’aimerais vous lire une citation, particulièrement consolante, de Vassili Grossman. Dans son livre ‘Vie et destin’, il nous parle de la bonté humaine dans la vie de tous les jours, qui existe à coté de ce grand bien si terrible. Il nous enseigne sur cette bonte privée d’un individu pour un autre individu, bonté qui est sans témoins:
«De goedheid van de oude vrouw die een krijgsgevangene een stuk brood brengt, de goedheid van een soldaat die een gewonde vijand uit zijn veldfles laat drinken, de goedheid van de jeugd die medelijden toont met de ouderdom, de goedheid van een boer die een oude Jood op zijn hooizolder verstopt. De goedheid van bewakers die hun eigen vrijheid riskeren om brieven van krijgsgevangenen en gewone gevangenen door te geven, niet aan hun gelijkgezinde kameraden maar aan hun moeders en hun vrouwen. »
Cette bonté, dit Grossman, reside dans le coeur de l’homme, muette, occasionnelle mais éternelle, une bonté invincible. Le mal ne peut rien contre elle.
Peut-être c’est entre autres cette bonté que vous fêtez aujourd’hui : une petite bonté sans idéologie, une bonté instinctive et auveugle, simple comme la vie qui participe, aussi humaine et petite qu’elle soit, au grand mystère de notre existence et qui rend clair, même à ceux qui se voient imposer des responsabilités en fonction du bien-être de tous, qu’ils ne sont là que pour modestement transférer et que pour sagement transmettre les meilleures leçons du passé et de la tradition, en donnat et payant de leur propre personne et en y ajoutant de leur leurs propres expériences bien réfléchies: transférer et transmettre notamment aux jeunes, en vue d’un avenir de paix et de bien-être pour tous.
Van de kleine goedheid, en het doorgeven van ervaring en wijsheid, gaan we naar het grote belang daarvoor van opvoeding en onderwijs. Stefan Zweig zegt het treffend in ‘Die Welt von Gestern’:
“Was man seine Muskeln versäumt hat, holt sich später noch nach; der Aufschwung zum Geistigen, die innere Griffkraft der Seele dagegen, übt sich einzig in jenen entscheidenden Jahren der Formung, und nur wer früh seine Seele weit auszuspannen gelernt hat, vermag später die ganze Welt in sich zu fassen”
Ik wens u een prachtig feest van het licht toe. Je vous souhaite une joyeuse fête des lumières.
---------------