België moet van achttien soorten vennootschappen naar slechts vier gaan

België moet fors snoeien in de massa vennootschapsvormen die vandaag bestaan, gaande van de bekende naamloze vennootschap (nv) tot de allesbehalve populaire starters-bvba. Er mogen nog maar vier van de achttien bedrijfsvormen overblijven, besluiten topexperts van het Belgisch Centrum voor Vennootschapsrecht in een nota aan minister van Justitie Koen Geens (CD&V). De minister liet De Tijd weten dat hij de voorstellen van de experts onderschrijft en gaat die nu voorleggen aan de rest van de regering-Michel.

De experts waarschuwen dat België hopeloos achterophinkt in het moderniseren van zijn vennootschapsrecht. De jongste grondige wetswijziging dateert al van 1999 en eigenlijk worden de regels al tachtig jaar punctueel aangepast waardoor de wet een 'koterij' van regels is geworden. Andere Europese landen, zoals onze buurlanden Frankrijk, Duitsland en Nederland, hebben hun bedrijfsvormen wel al versoepeld. Daardoor dreigt België op termijn met lede ogen te moeten aanzien hoe ondernemingen hun activiteiten in ons land uitvoeren via buitenlandse vennootschappen. Dat zou een aderlating zijn voor België als 'spil in het Europese continent' en als land dat 'traditiegetrouw zwaar inzet op logistiek en dienstverlening', luidt het.

De voorgestelde hervormingen zijn ingrijpend. Van de achttien vennootschapsvormen zouden alleen nog de nv, de bvba, de cvba en de 'maatschap' overblijven. Alle beursgenoteerde en grote ondernemingen zouden een meer complexe nv moeten zijn, alle kleine en middelgrote ondernemingen een bvba. Maar dan wel met veel soepeler regels voor de bvba, waarvoor onder meer de kapitaalverplichtingen moeten worden afgeschaft. Ook moeten Belgische vennootschappen een zetel in een ander land kunnen hebben, om buitenlandse bedrijven ertoe te verleiden een Belgische rechtsvorm te kiezen.

Ook het aantal 'verenigingen' moet drastisch verminderen, van zes naar één. Gedaan met de vzw, want die zou winst mogen maken, zolang het doel niet commercieel is.

De experts hameren wel op het belang van een goede overgangsregeling om bedrijven en verenigingen de nodige tijd te gunnen om zich aan te passen.

LARS BOVE