Hoe rustiger een week er voor de buitenwereld in schijn uitziet, hoe intenser doorgaans de politieke activiteit achter de schermen. Agendapunten en gewone vergaderingen worden systematisch geschrapt en weer ingevoegd, het is het stuk van het politiek leven waar je nooit aan went. Je ontgoochelt mensen, je weet na verloop van tijd zelfs niet meer wie, want men beslist voor je als de premier verzamelen blaast voor begrotingsoverleg.
Op die momenten is het toevallig nog altijd moeilijker Minister van Financiën te zijn. Want klassiek blaast ook de Eurozone-voorzitter verzamelen, zodat je mag opdelen tussen beide kanten van de Wetstraat en je je gelukkig prijst dat de Europese Unie in Brussel vergadert, en niet in Frankfurt of Parijs. Terwijl ik dit schrijf, krijgt de Griekse crisis zijn zoveelste ontknoping. Op hoop van zege(n).
Voor de informele top van de Ministers van Justitie mocht ik donderdag en vrijdag naar Luxemburg. Het was verwarrend, want klassiek houden we per jaar altijd twee vergaderingen van de Raad in Luxemburg. De andere vergaderingen - een stuk of zes - zijn in Brussel. Maar nu Luxemburg de volgende zes maanden Voorzitter is van de Unie, was er een extra zitting in de Luxemburgse hoofdstad: elk Voorzitterschap begint inderdaad nog steeds met een vergadering van elke Raad in de hoofdstad van het Voorzitterschap.
De week begon voor mij met de doortocht van de Tour in Meensel-Kiezegem. Deze prachtige gemeente was de bakermat van Eddy Merckx waarvan de ouders kort na de oorlog met hem naar Brussel verhuisden. De kleine Eddy ging steeds op vakantie naar zijn in de landelijke gemeente achtergebleven familie. Ook een hedendaagse beeldhouwer was van de partij: Luc De Blick van Glabbeek maakte - en Eddy Merckx onthulde - de gegoten intocht van Eddy Merckx aan het einde van de laatste tijdrit op de piste van Vincennes in 1969, bij zijn eerste Tourwinst. Het was de laatste keer dat Eddy won zonder pijn. Korte tijd nadien maakte hij een heel zware val tijdens een dernywedstrijd. De bestuurder van de derny liet het leven, Eddy werd een chronische rugpijnlijder. Vooral het klimmen ging nooit meer van zelf. Het was een plezier de familie van Eddy te leren kennen. Langst sprak ik met de zus en de vrouw van Eddy. Zeer eenvoudige en dus grote mensen bij wie de roem in geen enkel opzicht naar het hoofd gestegen is.
Week van Geens »