Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) heeft een idee gelanceerd om een dreigend tekort bij magistraten op te lossen. Hij wil hen langer laten werken. Tot hun zeventigste, als ze willen. Het voorstel wordt positief onthaald.
Door de besparingen bij Justitie en door de pensioengolf in de magistratuur verdwijnen op korte termijn heel wat plaatsen. Uit cijfers blijkt dat in de volgende vijf jaar een derde van de 2.500 magistraten zal uittreden. Rechters en parketmagistraten moeten met pensioen als ze 67 zijn. En omdat het departement Justitie flink wat wil besparen, zullen ongeveer vijf op de zes magistraten niet vervangen kunnen worden. Om dat personeelstekort te verhelpen, geeft minister Geens magistraten de mogelijkheid om tot hun 70ste te blijven werken, aan volle wedde. En de extra jaren tellen mee voor het pensioen. De verlengde loopbaan is een vrije keuze, geen verplichting, maar heel wat magistraten zijn het idee van Geens wel genegen.
"Goeie jaren om ervaring door te geven"
Paul Buyle (65) combineert de job van kamervoorzitter van het hof van beroep in Antwerpen met die van voorzitter van het Vlaams Dopingtribunaal. Hij heeft ook enkele assisenzaken geleid.
"Ik zou het zeker overwegen om door te gaan tot mijn 70ste", vertelt Paul Buyle. "Natuurlijk ben ik nu nog twee jaar verwijderd van de pensioenleeftijd zoals die nu bestaat. Ik moet op dat moment bekijken hoe ik daar fysiek en mentaal tegen aan zal kijken, maar nu zie ik dat wel zitten. Een van de belangrijkste redenen is toch dat ik dan mijn ervaring kan doorgeven aan de jongere generatie. Die ervaring is volgens mij van cruciaal belang - als magistraat ken je best álle klappen van de zweep, bijvoorbeeld ook tegenover de advocaten aan de overkant. Het blijft wel een zware job, maar ik ben blij dat ik - met de capaciteiten die ik heb - iets kan terugdoen voor de maatschappij."
"Een andere beweegreden om het te blijven doen zou kunnen zijn: het aantal jaren dat een magistraat nodig heeft voor een volwaardig pensioen. Nu moet je 25 jaar effectieve dienst achter je naam hebben staan. Als je nog een aantal jaar nodig zou hebben, kan het interessant zijn om langer te werken."
"Vrouw beloofd om vroeger te stoppen"
Rechter Michel Jordens is bij het grote publiek bekend als de aimabele assisenvoorzitter. Hij leidde onder meer de zaak rond de parachutemoord en de processen tegen Hans Van Themsche en vorige week tegen Tijl Teckmans in goede banen. Voorzitter Michel Jordens is 63 jaar. Hij zou in principe nog vier jaar moeten werken, tot zijn 67ste. Het nieuwe wetsvoorstel laat hij aan zich voorbijgaan. "Op dit moment denk ik dat ik eerder nog vroeger zal stoppen dan pas op mijn 67ste. Op een bepaald moment moet je kunnen zeggen dat het genoeg geweest is. En dat je plaats moet maken voor de nieuwe generaties. Veel van die keuzes hebben ook met de persoonlijke situaties te maken. De motieven om verder te blijven werken, kunnen heel uiteenlopend zijn. Ik ben altijd van mening geweest dat er een leven naast én na de magistratuur moet zijn. Ik heb daar ook een duidelijke deal over gemaakt met mijn vrouw en ik ben van plan om me aan die belofte te houden."
"Liefst voltijds en met huidige wedde"
Johan Jacques wordt in mei 66 jaar. Hij leidt aan het hof van beroep een correctionele kamer, waar onder meer de grote fiscale en sociaal-economische dossiers worden behandeld. En vaak ook zedendossiers.
"Ik doe mijn job nog altijd graag, dus dit nieuwe wetsvoorstel om langer aan de slag te blijven, zie ik zeker en vast wel zitten. Ik denk dat ik in al die jaren dat ik magistraat ben toch een zekere ervaring heb opgebouwd, en die wil ik met de volgende generatie delen. Ik zou er geen enkel probleem mee hebben als ik daarvoor iets langer moet doorgaan, integendeel."
"Ik hoop wel dat het geen verplichting is en dat het niet enkel als plaatsvervangend raadsheer zal zijn. Voor 30 euro per zitting, bovenop het pensioen, complexe dossiers instuderen en beoordelen: dat vind ik geen goed idee. Als het voltijds kan met de wedde die ik nu heb, ben ik daar wel een voorstander van. Al moet het elk jaar opnieuw geëvalueerd worden en uiteraard moet de korpschef daarmee akkoord gaan. En mijn gezondheid moet het toelaten. Nu heb ik twee dagen zitting in Antwerpen, maar ik woon en werk wel in Oostende. Al jaren. Met de verplaatsing heb ik geen probleem - op het hof van beroep heb ik zelfs geen eigen bureau. En: het is ook niet dat ik - met mijn twee linkerhanden - iets anders zou kunnen gaan doen", lacht Jacques.