Op voorstel van minister van Middenstand, KMO’s, Zelfstandigen en Landbouw, Sabine Laruelle, en minister van Financiën, Koen Geens, keurde de ministerraad vandaag een aantal maatregelen goed die de financiering van KMO’s moeten stimuleren. Het gaat over een pakket van maatregelen die een beter evenwicht moeten realiseren in de contractuele relatie tussen de banken en de KMO’ s.
Koen Geens: "Het is cruciaal dat KMO's een betere toegang tot kredieten krijgen. Met deze maatregelen versterken we hun positie en dragen we bij tot kredieten op maat van de onderneming en in het belang van de onderneming."
Sabine Laruelle: “Momenteel ondervindt 1 KMO op 3 moeilijkheden om toegang te krijgen tot bankkrediet. KMO´s die wél nog geld kunnen lenen, betalen vaak te hoge interesten of moeten zware waarborgen voorleggen. Door een gebrek aan regels is het evenwicht in de relatie tussen banken en KMO´s volledig zoek. Een nieuw wettelijke kader en een gedragscode zullen dit onevenwicht binnenkort corrigeren. Meer transparantie, informatie op maat en een beperkte funding loss moeten het vertrouwen tussen bank en ondernemer opnieuw herstellen en de economische relance aansporen.”
Breekpunt: de financiële crisis
Tussen 2007 en 2010 is de mogelijkheid om bij de banken een lening te krijgen duidelijk gedaald . De kredietverlening ligt ruim onder het niveau van voor de financiële crisis in 2008. Daarnaast zijn ook de kredietvoorwaarden na de financiële crisis een pak strenger geworden. Ook het Kenniscentrum voor Financiering van KMO’s (= KeFik) ziet het aantal dossiers van misnoegde ondernemers jaar na jaar stijgen. Sinds februari 2009 heeft het KeFik al zo´n 1.014 dossiers behandeld.
Het Europees Parlement wees eveneens op het belang van een betere toegang tot financiering en stelde enkele problemen vast, o.a. wat betreft de ongelijke verdeling van informatie en kennis tussen de kredietverlener en de onderneming, de communicatie tussen de kredietverstrekker en de onderneming, de transparantie wat betreft de weigering van kredieten en de ‘funding loss’ clausules, de vraag naar extra waarborgen door de kredietverstrekkers, enz.
De maatregelen
Om hieraan paal en perk te stellen, sloegen ministers Geens en Laruelle de handen in mekaar en komen zij de ondernemers te hulp met volgende concrete maatregelen:
1. Informatieplicht:
a. Voortaan zullen banken voor de ondertekening aan de kredietnemer begrijpelijke informatie moeten verstrekken over de bestaande kredietvormen voor KMO’s en moeten zij duidelijk uitleggen wat hun rechten en plichten hierbij zijn.
b. De kredietverstrekker moet ook steeds het type krediet zoeken dat het meest is aangepast aan de noden van de ondernemer.
c. De onderneming heeft het recht een exemplaar te vragen van de ontwerpkredietovereenkomst dit op eenvoudig verzoek én gratis
d. De kredietverstrekker moet de ondernemer ook een samenvatting geven van zijn kredietovereenkomst waarin de belangrijkste elementen worden uitgelegd inzake zijn rechten en plichten (interestvoet, terugbetaling, gevolgen in geval van verbreking/nalatigheid)
2. Motiveringsplicht bij weigering van een krediet: Banken moeten de onderneming informeren over de essentiële elementen waarop de weigering is gebaseerd of die de risicobeoordeling hebben beïnvloed, en dit op een transparante manier en in een taal die verstaanbaar is voor de onderneming. Op basis hiervan kan de KMO haar kredietdossier verbeteren.
3. Wederbeleggingsvergoedingen bij vervroegde terugbetaling worden beperkt:
a. Funding loss voor kredieten onder de 1 miljoen euro worden beperkt tot 6 maanden, berekend op de restsom en aan de interestvoet bepaald in de overeenkomst.
b. Voor kredieten boven de 1 miljoen euro zal een transparanter en uniform berekeningsschema worden uitgewerkt dat de berekening transparanter en vooral eenvoudiger moet maken
4. Sancties mogelijk in geval van onrechtmatige bedingen:
a. Banken zullen niet langer een kredietovereenkomst éénzijdig kunnen opzeggen wanneer de ondernemer zijn verplichtingen nakomt zonder schadevergoeding en/of opzegtermijn
b. Wanneer de kredietverlener zijn verplichting niet nakomt om het type krediet te zoeken dat het meest is aangepast aan de behoeften van de onderneming, kan de rechter de kosteloze omzetting bevelen van het krediet in een kredietvorm die gepaster is.
5. Gedragscode: Tot slot krijgen de werkgeverorganisaties en de kredietsector de opdracht een gezamenlijke gedragscode op te stellen die bepaalde uitvoeringsmodaliteiten binnen het wetsontwerp verder moeten uitwerken zoals bijv. een transparantere berekening van de funding loss, opstellen van een informatiedocument die de ondernemer toelichting geeft bij zijn kredietovereenkomst enz.
Bovenstaande maatregelen gaan van start op nieuwe kredieten vanaf de inwerkingtreding van de wet en worden om de 2 jaar geëvalueerd.
Aan de FSMA, Autoriteit voor Financiële diensten en markten, wordt de opdracht gegeven om op de correcte toepassing van de verplichtingen inzake informatieverstrekking toe te zien.