"Je voelt je weer mens": transitiehuis voor gevangenen half jaar open, eerste deelnemer weer vrij

op 18 februari 2020 08:00 VRT


Het is alweer zes maanden geleden dat het transitiehuis in Mechelen de deuren opende. Een primeur, aangezien het toen ging om het eerste transitiehuis ooit in ons land. Er leven 15 gedetineerden samen die hun straf bijna hebben uitgezeten. Ondertussen kunnen gedetineerden al terecht op twee plaatsen en op die manier voor een stuk terug deel uitmaken van de maatschappij én heeft een eerste gevangene het huis verlaten. VRT NWS sprak met één van de "deelnemers" over zijn ervaring in het huis.

De eerste gedetineerde, of beter gezegd actieve "deelnemer", mag het transitiehuis in Mechelen verlaten, onder elektronisch toezicht. In het transitiehuis zitten gedetineerden samen het laatste deel van hun straf uit. Iedereen krijgt er zijn eigen kamer en in de andere ruimtes leven ze samen. Mechels burgemeester Bart Somers (Open VLD) noemde het bij de start van het project nog "een gevangenis light", met minder bewaking en meer vrijheid voor de gevangenen. Hij vond het "de juiste aanpak", maar wat vinden de gedetineerden zelf?

"In de gevangenis ben je bijna hersendood"

We spraken met een man van 31 die er de afgelopen vier maanden verbleef. Maar over ongeveer 100 dagen kan hij dus vrijkomen, mét enkelband weliswaar: "Ik heb daarvoor 4 maanden in de gevangenis van Antwerpen gezeten. Op zich ging het niet om een lange periode, maar het was voor mij de eerste keer. Daardoor heeft de gevangenis een hele grote indruk op mij gemaakt. Ik was niet echt spraakzaam en begon in een depressie af te glijden. De psychosociale dienst heeft dan gekeken of er een andere oplossing mogelijk was en uiteindelijk kon ik hier terecht."

Eerste "transitiehuis" ooit in ons land opent de deuren: wat is het en wie woont er?

Voor de man betekende de verhuis een bocht van 180 graden: "In de gevangenis hoef je niet na te denken. Alles wordt voor je bepaald waardoor je bijna "hersendood" bent. Je zit de hele dag achter slot en grendel. In Antwerpen kon je bijvoorbeeld amper een uur gaan wandelen. Ook het contact met mijn dochter was zeer moeilijk. Vanaf ik dan in het transitiehuis terechtkwam, kon ik opnieuw veel meer doen. Je voelt je weer een mens."

Hier kan je tenminste terug gaan werken en iets opbouwen

"Hier kan je tenminste terug gaan werken en iets opbouwen. Als je dan vrij komt, zou je in principe meteen aan de slag kunnen gaan." Een kans die de man dan ook met beide handen heeft gegrepen. Op dit moment werkt hij in een evenementenzaal in de keuken én geeft hij muziektherapie in een afkickcentrum.

Kracht- en leefcoaches

Om zijn eerste stappen in de samenleving in goede banen te leiden, kan de man een beroep doen op een kracht- en leefcoach. Zo'n leefcoach moet vooral het alledaagse leven in het huis begeleiden. Ze zorgen ervoor dat er samen wordt gekookt, opgeruimd en dat er op tijd naar de job wordt gegaan. Krachtcoaches aan de andere kant focussen meer op de individuele begeleiding. Zo volgen ze samen met de gevangene hun reïntegratieplan op. Volgens de man is de drempel om om hulp te vragen hierdoor veel kleiner: "Het gevoel van hiërarchie leeft hier niet echt. Je kan altijd alles aan iedereen vragen."

"Momenteel zit ik in een huis met twee andere deelnemers. In het aanpalende huis zijn er dan weer 10 mensen. Het verschil tussen beiden is dat ik hier wat meer zelfstandigheid krijg. We moeten echt proberen om een volwaardig huishouden met drie mensen op poten te zetten."

In de gevangenis kon je de hele dag in je bed blijven liggen. Hier moeten we actief deelnemen aan de maatschappij

Maar die zelfstandigheid betekent geen complete vrijheid. Er is wel degelijk controle in het huis, al is dat niet zo strikt als in de gevangenis: "Je moet het meer zien als een ontmoeting. Je kan het zeker niet vergelijken met het appel van in de gevangenis. We hebben wel een uur waarop we moeten opstaan, maar dat is omdat we een invulling moeten geven aan onze dag. In de gevangenis kon je praktisch de hele dag in je bed blijven liggen. Hier moeten we actief deelnemen aan de maatschappij."

"De gevangenis is een plek waar veel mensen niet thuishoren"

Al voelt de man zich niet compleet thuis in het huis: "Op momenten wanneer je bijvoorbeeld contact hebt met je kinderen, is het moeilijker om terug te keren naar dit huis. Je bent nog altijd niet helemaal vrij."

"Aan de andere kant kom ik wel goed overeen met de andere deelnemers. De sfeer zit zeker goed. De mensen die hier komen zijn heel goed geselecteerd. Zij brengen rust en dat is belangrijk. Het is iets wat toch wel ontbreekt in de gevangenis." Om die rust te bewaren wordt er om de twee dagen een deelnemersvergadering ingelast: "Alle eventuele frustaties worden dan op tafel gegooid. Tot nu toe lukt dat goed. Iedereen speelt open kaart."

Heimwee naar de gevangenis heeft hij duidelijk niet: "Het is eigenlijk een plaats waar veel mensen niet thuishoren. Meestal gaat het om mensen die kleinere feiten hebben gepleegd en geen gevaar vormen voor de buitenwereld. Maar binnen de gevangenismuren worden ze als het ware opgeleid om uiteindelijk grotere feiten te plegen. Het is eigenlijk een universiteit voor criminaliteit: iedereen duwt elkaar dieper in de put."

Het is eigenlijk een universiteit voor criminaliteit: iedereen duwt elkaar dieper in de put

Volgens de man een wereld van verschil met het transitiehuis. "Je ziet het aan de jongere mensen die hier terechtkomen. Ze transformeren vanaf ze een job hebben. Het gaat vaak om jongens die normaal afgeschreven zouden worden door de maatschappij. Hier kunnen ze tenminste iets positief betekenen", besluit hij.

Helen Goedgebeur, Julie De Coninck

Bekijk hier het fragment van het Journaal »