Vandaag komen wellicht enkele kleinkinderen de geweldige moeder van mijn kinderen verblijden met een bezoekje op afstand. Ik geniet mee, vader zijn is eenvoudig.
Ikzelf had het voorrecht twee moeders te hebben. Mijn moeder die weduwe werd, reeds kort na mijn geboorte. En mijn grootmoeder die er altijd was, ook als mijn moeder aan het werk was. Dat was pure luxe voor zoon en kleinzoon.
Beiden zongen graag volksliedjes. Grootmoeder stikte, naaide en schrobde terwijl ze van katoen gaf over ‘Tineke van Heule’ (Emiel Hullebroeck).
Ik was een bange slaper toen ik klein was. Mijn moeder zong dus steevast van "Wie zal er ons kindeke douwen (duwen), dan kleine moeder’ke alleen, wie zal er zijn dekentjes vouwen, dan kleine moeder’ke alleen" (René De Clercq).
Als kleine jongen heb ik lang gedacht dat ’k alleen’ Kathleen was. Nadien dat het liedje voor mijn moeder was geschreven. Mijn moeder was immers alleen, in die zin dat haar echtgenoot vroeg overleden was. Maar dat was natuurlijk mis: alleen een moeder kan een kindje in slaap wiegen, en zijn dekentjes vouwen.
Ik heb een zinnetje niet geciteerd: "kan van uw wiegske niet scheên" (ik kan van dat wiegje niet scheiden). Dat verstond ik al helemaal niet: scheên?
Maar nu versta ik het wel. Een moeder staat er altijd, pal achter haar kinderen, hoe oud ze inmiddels ook is geworden. Ze volgt, en ze blijft volgen. Ze steunt en ze blijft steunen. Ze weet alles, intuïtief. Wat heb ik mijn moeder gemist sedert ze precies zes jaar geleden gestorven is.
"Dans les yeux de ma mère, il y a toujours une lumière." (Arno.)
#DeWeekvanGeens: 27 april tot 9 mei
le dimanche 09 mai 2021 10:50 • Bulletins